Werken met Smart Controls in Logic Remote op de iPad
Smart Controls gebruik je om het geluid van de geselecteerde patch te regelen. Met deze regelaars kun je sneller plug-invensters openen en instellingen voor plug-ins voor software-instrumenten en effecten aanpassen.
Smart Controls worden weergegeven in het bovenste gedeelte van het scherm, terwijl het Touch-instrument in het onderste gedeelte staat.
Welke Smart Control wordt weergegeven, hangt af van het type Smart Control in de geselecteerde patch. Smart Controls omvatten over het algemeen EQ- of toonregelaars, regelaars voor galm en andere effecten en regelaars die specifiek zijn voor het type patch of instrument. Als de geselecteerde patch geen plug-ins bevat, wordt een lege lay-out weergegeven.
Met elke Smart Control stuur je verschillende schermregelaars aan. Wanneer je één schermregelaar aanpast, kunnen daardoor een of meer parameters voor plug-ins voor het instrument en de effecten worden gewijzigd. De schermregelaars hebben labels, zodat je weet welk aspect van het geluid ermee wordt beïnvloed. Schermregelaars die in een lay-out met tabs staan, kun je weergeven door op de knoppen voor de volgende of vorige lay-out te tikken. Je kunt ook in de achtergrond met twee vingers naar links of naar rechts vegen.
De Smart Controls en het Touch-instrument openen voor de geselecteerde patch
Tik op de weergaveknop in de regelbalk en tik vervolgens op 'Smart Controls & [Touch-instrument]'.
Het Touch-instrument wordt automatisch bepaald door het type Smart Control in de geselecteerde patch, maar je kunt ook zelf een ander Touch-instrument kiezen.