Opnemen in een cel met Logic Remote op de iPad
Je kunt audio opnemen in een cel. Dat is vergelijkbaar met de manier waarop je audio opneemt in een segment in het sporengebied. Als de rij is gekoppeld aan een audiospoor, kun je audio in de cel opnemen. Als de cel is gekoppeld aan een spoor voor een software-instrument, kun je MIDI in de cel opnemen. Wanneer je audio opneemt in een cel, gaat het afspelen van cellen in andere rijen door. Gebruik de celinstellingen om de lengte van de opname in te stellen en aan te geven wat er gebeurt wanneer de opname voltooid is.
Je kunt de volgende opname-instellingen opgeven voor een cel:
Modus: Hiermee bepaal je wat er met bestaande celinhoud gebeurt wanneer je audio opneemt in een cel.
Takes: Elke nieuwe opname wordt toegevoegd aan een map voor de take in de cel. Na het opnemen kun je de takes beluisteren en kiezen welke take je in de cel wilt gebruiken.
Voeg samen: Elke nieuwe opname wordt samengevoegd met de vorige opname. Deze optie is alleen beschikbaar voor software-instrumenten.
Vervang: Elke nieuwe opname vervangt de vorige opname.
Lengte: Bepaalt de lengte van de opname. Je kunt instellen dat de opname stopt bij het einde van de waarde voor de cellengte of bij de volgende maat of tel wanneer je de opname handmatig stopt.
Cellengte: De lengte van de opname wordt bepaald door de waarde van 'Cellengte' in het gedeelte 'Speel vanaf'.
Maten: Wanneer je de opname handmatig stopt, stopt de opname bij de volgende maat.
Tellen: Wanneer je de opname handmatig stopt, stopt de opname bij de volgende tel.
Bij einde opname: Bepaalt wat er gebeurt wanneer de opname stopt. Standaard wordt je opname direct afgespeeld. Je kunt echter ook doorgaan met opnemen, zodat je meerdere takes van een uitvoering kunt opnemen of verschillende uitvoeringen van software-instrumenten kunt samenvoegen (afhankelijk van de instelling 'Opnamemodus').
Wijzig in afspeelmodus: Wanneer de opname stopt, wordt de uitvoering die in de cel is opgenomen direct afgespeeld.
Ga door met opname: Wanneer bij het opnemen het einde van de gedefinieerde opnamelengte wordt bereikt, wordt de vorige opname overschreven, worden er takes gemaakt of wordt elke volgende opname samengevoegd (afhankelijk van de ingestelde modus).
Opmerking: Je kunt een opname maken in een spoor voor een software-instrument met behulp van het Touch-instrument Keyboard. Tik hiertoe op de bovenbalk om het spoor boven het keyboard te tonen, activeer het spoor voor opname, tik op een lege cel waarin je wilt opnemen en speel de partij op het keyboard.
Opmerking: Je kunt opnamen toevoegen aan audio- en MIDI-cellen, maar niet aan Drummer- en patrooncellen.
Opnemen in een lege cel
Houd je vinger op een spoorsymbool van het spoor dat de cel bevat. Sleep vervolgens naar rechts om de spoorregelaars weer te geven.
Tik op de knop 'Activeer opname' voor het spoor (als deze knop nog niet actief is).
In de lege cellen in het spoor verschijnt een ronde opnameknop .
Tik op de opnameknop in de cel waarin je wilt opnemen.
In de cel wordt afgeteld tot het moment waarop de opname begint.
Je kunt audio in de cel opnemen met behulp van een microfoon (voor audiocellen), een Touch-instrument (voor cellen voor software-instrumenten) of een aangesloten MIDI-keyboard (voor cellen voor software-instrumenten).
Wanneer de opname het einde van de cel bereikt, kan de opname worden gestopt of doorgaan (afhankelijk van de opname-instelling).
Voer een van de volgende stappen uit:
Neem op tot het einde van de cel.
Tik op de cel om de opname te stoppen voordat het einde van de cel is bereikt.
Opnemen in een niet-lege cel
Deze methode is handig als je bestaande celinhoud wilt overschrijven of wilt samenvoegen met een nieuwe opname.
Tik op de wijzigingsknop , tik op een cel en tik vervolgens op 'Neem op'.
Je kunt audio in de cel opnemen met behulp van een microfoon (voor audiocellen), een Touch-instrument (voor cellen voor software-instrumenten) of een aangesloten MIDI-keyboard (voor cellen voor software-instrumenten).
Wanneer de opname het einde van de cel bereikt, kan de opname worden gestopt of doorgaan (afhankelijk van de opname-instelling).
Voer een van de volgende stappen uit:
Neem op tot het einde van de cel.
Tik op de cel om de opname te stoppen voordat het einde van de cel is bereikt.
Opnameparameters voor een cel instellen
Tik op de wijzigingsknop en tik dubbel op een cel.
Voer een of meer van de volgende stappen uit:
De opnamemodus voor de cel instellen: Tik op 'Modus' en tik vervolgens op 'Vervang', 'Voeg samen' of 'Takes'.
De opnamelengte instellen: Tik op 'Lengte' en tik vervolgens op 'Cellengte', 'Maten' of 'Beats'.
Parameter voor het einde van de opname instellen: Tik op 'Bij einde opname' en tik vervolgens op 'Wijzig in afspeelmodus' of 'Ga door met opname'.
In Logic Pro kun je per type cel (audio of MIDI) standaardinstellingen voor opnamen opgeven. Zie het hoofdstuk "Live Loops" in de gebruikershandleiding voor Logic Pro X voor meer informatie. Je kunt ook Slimme Help weergeven voor Live Loops in Logic Remote.