Het appgebruik van leerlingen beheren met Klaslokaal
Op apparaten van leerlingen kun je het appgebruik beheren, zoals het openen, vergrendelen en delen van gegevens via verschillende apps.
Een app openen op de apparaten van meerdere leerlingen
Je kunt op alle apparaten van leerlingen een app openen. Hiervoor moet de app wel op het apparaat van iedere leerling staan.
Selecteer in Klaslokaal een klas in de navigatiekolom.
Voer een van de volgende stappen uit:
Selecteer 'Alle leerlingen' in de navigatiekolom.
Selecteer een specifieke groep in de navigatiekolom.
Maak handmatig een groep aan en selecteer deze in de navigatiekolom.
Klik rechtsboven in het scherm op 'Selecteer' en selecteer de gewenste leerlingen. Klik vervolgens op 'Gereed'.
Klik op 'Open' in de takenrij en voer een van de volgende stappen uit om een app op de apparaten van alle geselecteerde leerlingen te openen:
Selecteer een app in de lijst.
Typ de naam van een app in het zoekveld en selecteer de app.
Je kunt de app ook op je eigen apparaat openen.
Klik op 'Gereed'.
Een app openen op het apparaat van een afzonderlijke leerling
Je kunt een app openen op het apparaat van een leerling. Hiervoor moet de app wel op het apparaat van de leerling staan.
Selecteer in Klaslokaal een klas in de navigatiekolom.
Selecteer de leerling.
Het takenvenster wordt weergegeven.
Klik op 'Open' en voer een van de volgende stappen uit om een app op het apparaat van de leerling te openen:
Selecteer een app in de lijst.
Typ de naam van een app in het zoekveld en selecteer de app.
Je kunt de app ook op je eigen apparaat openen.
Klik op 'Gereed'.
Geopende apps verbergen op de apparaten van meerdere leerlingen
Om leerlingen bij de les te houden, kun je geopende apps op hun apparaten verbergen.
Selecteer in Klaslokaal een klas in de navigatiekolom.
Voer een van de volgende stappen uit:
Selecteer 'Alle leerlingen' in de navigatiekolom.
Selecteer een specifieke groep in de navigatiekolom.
Maak handmatig een groep aan en selecteer deze in de navigatiekolom.
Klik rechtsboven in het scherm op 'Selecteer' en selecteer de gewenste leerlingen. Klik vervolgens op 'Gereed'.
Klik in de takenrij op 'Vergrendel' en klik vervolgens op 'Gereed'.
Geopende apps verbergen op het apparaat van een afzonderlijke leerling
Om een leerling bij de les te houden, kun je geopende apps op zijn of haar apparaat verbergen.
Selecteer in Klaslokaal een klas in de navigatiekolom.
Selecteer de leerling.
Het takenvenster wordt weergegeven.
Klik op 'Verberg' en klik vervolgens op 'Gereed'.
Een app na openen op de iPads van meerdere leerlingen vergrendelen (alleen klassen in de buurt)
Je kunt een geopende app op de iPads van de leerlingen vergrendelen, zodat ze deze app niet kunnen sluiten en geen andere apps kunnen openen. Hiervoor moet de app wel op de iPad van de leerlingen staan.
Selecteer in Klaslokaal een klas in de navigatiekolom.
Voer een van de volgende stappen uit:
Selecteer 'Alle leerlingen' in de navigatiekolom.
Selecteer een specifieke groep in de navigatiekolom.
Maak handmatig een groep aan en selecteer deze in de navigatiekolom.
Klik rechtsboven in het scherm op 'Selecteer' en selecteer de gewenste leerlingen. Klik vervolgens op 'Gereed'.
Klik op 'Open' in de takenrij en voer een van de volgende stappen uit om die app op de iPads van alle geselecteerde leerlingen te openen:
Zoek de app door in de lijst te scrollen.
Typ de naam van de app in het zoekveld.
Schakel het aankruisvak 'Vergrendel app na openen' in. Selecteer vervolgens de app om deze op de apparaten van de leerlingen te openen.
Je kunt de app ook op je eigen apparaat openen.
Klik op 'Gereed'.
Een app na openen op de iPad van een afzonderlijke leerling vergrendelen (alleen klassen in de buurt)
Je kunt een app na openen op de iPad van een leerling vergrendelen, zodat de leerling deze app niet kan sluiten en geen andere apps kan openen. Hiervoor moet de app wel op de iPad van de leerling staan.
Selecteer in Klaslokaal een klas in de navigatiekolom.
Selecteer de leerling.
Het takenvenster wordt weergegeven.
Klik op 'Open' in de takenrij en voer een van de volgende stappen uit om die app op de iPad van de leerling te openen:
Zoek de app door in de lijst te scrollen.
Typ de naam van de app in het zoekveld.
Schakel het aankruisvak 'Vergrendel app na openen' in. Selecteer vervolgens de app om deze op de iPad van de leerling te openen.
Je kunt de app ook op je eigen apparaat openen.
Klik op 'Gereed'.
Meerdere iPads ontgrendelen waarop een app na openen is vergrendeld (alleen klassen in de buurt)
Als je een app na openen hebt vergrendeld op een groep apparaten, kun je deze functie eenvoudig uitschakelen op alle iPads in de groep. Als de apparaten van bepaalde leerlingen ook zijn vergrendeld, worden de schermen van deze apparaten ontgrendeld en blijft de app die je hebt ontgrendeld actief.
Selecteer in Klaslokaal een klas in de navigatiekolom.
Selecteer de groep waarvoor 'Vergrendel app na openen' is ingeschakeld.
Klik in de takenrij op 'Ontgrendel' om 'Vergrendel app na openen' uit te schakelen en klik vervolgens op 'Gereed'.
Een afzonderlijke iPad ontgrendelen waarop een app na openen is vergrendeld (alleen klassen in de buurt)
Als je een app na openen hebt vergrendeld op een iPad, kun je deze eenvoudig ontgrendelen. Als het apparaat van de leerling ook is vergrendeld, wordt het scherm van dit apparaat ontgrendeld en blijft de app die je hebt ontgrendeld actief.
Selecteer in Klaslokaal een klas in de navigatiekolom.
Selecteer de leerling voor wie 'Vergrendel app na openen' is ingeschakeld.
Het takenvenster wordt weergegeven.
Klik op 'Ontgrendel' om 'Vergrendel app na openen' uit te schakelen en klik vervolgens op 'Gereed'.
Documenten rechtstreeks vanuit een app delen
Je kunt ook een document vanuit een app delen. Zo kun je bijvoorbeeld een document vanuit de Pages-app delen.
Selecteer in Klaslokaal een klas in de navigatiekolom.
Klik op het Deel-menu en selecteer 'Stuur een kopie'.
Selecteer 'AirDrop'.
Bij sommige apps kun je een documentstructuur kiezen.
Klik op 'Volgende' en selecteer een leerling of groep in de lijst.