Toetscombinaties in Agenda op de Mac
In Agenda kun je snel uiteenlopende taken uitvoeren met behulp van toetscombinaties.
Toetscombinaties voor Agenda
Taak | Toetscombinatie | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naar de volgende dag, week of maand of het volgende jaar gaan | Command + Pijl-rechts | ||||||||||
Naar de vorige dag, week of maand of het vorige jaar gaan | Command + Pijl-links | ||||||||||
Naar de datum van vandaag gaan | Command + T | ||||||||||
Naar een specifieke datum gaan | Shift + Command + T | ||||||||||
Overschakelen naar de dagweergave | Command + 1 | ||||||||||
Overschakelen naar de weekweergave | Command + 2 | ||||||||||
Overschakelen naar de maandweergave | Command + 3 | ||||||||||
Overschakelen naar de jaarweergave | Command + 4 | ||||||||||
Overschakelen naar schermvullende weergave | Control + Command + F | ||||||||||
De schermvullende weergave verlaten | Escape | ||||||||||
Tekst groter maken | Command + Plusteken (+) | ||||||||||
Tekst kleiner maken | Command + Minteken (–) | ||||||||||
Alle agenda's vernieuwen | Command + R | ||||||||||
Het aankruisvak naast de geselecteerde agenda in- of uitschakelen | Spatiebalk (met de agendalijst geopend) | ||||||||||
Het aankruisvak van alle agenda's in de agendalijst in- of uitschakelen | Command + klikken in het aankruisvak van een agenda | ||||||||||
Het aankruisvak naast de geselecteerde agenda inschakelen en alle andere aankruisvakken uitschakelen | Option + Command + klikken in het aankruisvak van een agenda | ||||||||||
Een nieuwe agendagroep toevoegen | Shift + Command + N | ||||||||||
Een nieuwe agenda toevoegen waarop je bent geabonneerd | Option + Command + S | ||||||||||
Een dag-, week-, maand- of jaarkalender afdrukken | Command + P |
Toetscombinaties voor activiteiten
Taak | Toetscombinatie | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Een nieuwe activiteit toevoegen | Command + N | ||||||||||
De geselecteerde activiteit wijzigen | Command + E | ||||||||||
De geselecteerde activiteit in het infovenster wijzigen | Option + Command + I | ||||||||||
Naar het volgende veld gaan | Tab (terwijl een activiteit is geopend) | ||||||||||
Naar het vorige veld gaan | Shift + Tab (terwijl een activiteit is geopend) | ||||||||||
De activiteiteneditor sluiten | Return of Escape (terwijl een activiteit is geopend) | ||||||||||
De volgende activiteit selecteren | Tab | ||||||||||
De vorige activiteit selecteren | Shift + Tab | ||||||||||
De volgende of vorige activiteit selecteren | Pijltoetsen | ||||||||||
Activiteiten zoeken | Command + F | ||||||||||
Een activiteit naar een andere agenda verplaatsen | Control + op de activiteit klikken. Kies vervolgens een agenda uit het contextuele menu | ||||||||||
De geselecteerde activiteit 15 minuten vroeger instellen (in de dag- of weekweergave); de geselecteerde activiteit één week vroeger instellen (in de maandweergave). | Control + Option + Pijl-omhoog | ||||||||||
De geselecteerde activiteit 15 minuten later instellen (in de dag- of weekweergave); de geselecteerde activiteit één week later instellen (in de maandweergave). | Control + Option + Pijl-omlaag | ||||||||||
De geselecteerde activiteit een dag later instellen (in de week- of maandweergave); de geselecteerde activiteit één week later instellen (in de maandweergave). | Control + Option + Pijl-rechts | ||||||||||
De geselecteerde activiteit een dag eerder instellen (in de week- of maandweergave); de geselecteerde activiteit één week eerder instellen (in de maandweergave). | Control + Option + Pijl-links | ||||||||||
Informatie weergeven voor een agenda of activiteit | Command + I | ||||||||||
De geselecteerde activiteiten of activiteiten in een bereik afdrukken | Command + P | ||||||||||
Het beschikbaarheidspaneel tonen of verbergen | Shift + Command + A | ||||||||||
Het voorkeurenpaneel van Agenda openen | Command + komma |