
Instellingen van basisstation exporteren en importeren in AirPort-configuratieprogramma op de Mac
Je kunt een configuratiebestand exporteren van het ene basisstation en vervolgens gebruiken om een ander basisstation te configureren.
Een configuratiebestand exporteren
- Nadat je een basisstation hebt geconfigureerd, open je AirPort-configuratieprogramma  op de Mac en kies je 'Archief' > 'Exporteer configuratiebestand'. op de Mac en kies je 'Archief' > 'Exporteer configuratiebestand'.
- Typ in het dialoogvenster dat verschijnt een naam en locatie voor het geëxporteerde bestand. Voor extra beveiliging kun je nog het aankruisvak inschakelen om de wachtwoorden te versleutelen. 
- Klik op 'Bewaar'. 
Volg de onderstaande instructies om het configuratiebestand te gebruiken op een ander basisstation.
Een configuratiebestand gebruiken om een basisstation te configureren
- Open AirPort-configuratieprogramma  op de Mac. Je vindt dit in de map 'Hulpprogramma's' in de map 'Apps'. op de Mac. Je vindt dit in de map 'Hulpprogramma's' in de map 'Apps'.
- Selecteer in het grafische overzicht het basisstation dat je wilt configureren en klik op 'Wijzig'. Het kan zijn dat je een wachtwoord moet invoeren voor het basisstation. 
- Kies 'Archief' > 'Importeer configuratiebestand', selecteer het geëxporteerde configuratiebestand en klik op 'Open'. Klik op 'Werk bij' om de instellingen voor je basisstation te gebruiken.