Een reservekopie van apparaten maken in Apple Configurator 2
Je kunt handmatig een apparaat op de gewenste manier configureren, een reservekopie van het apparaat maken in Apple Configurator 2 en de reservekopie vervolgens terugzetten op andere apparaten. Als je een reservekopie wilt maken van de gegevens van één gebruiker, en de gegevens alleen voor die gebruiker wilt terugzetten, kun je beter een iCloud-reservekopie gebruiken.
Als je een reservekopie van een apparaat maakt, worden alle profielen in de reservekopie opgenomen. Als je de reservekopie op hetzelfde apparaat terugzet, worden de profielen teruggezet en blijven ze geïnstalleerd. Als je de reservekopie op een ander apparaat terugzet, worden de profielen eerst teruggezet en vervolgens verwijderd.
Een reservekopie maken van een apparaat dat is ingeschreven bij Apple School Manager of Apple Business Manager
Als een reservekopie wordt gemaakt van een apparaat, wordt de configuratie van Apple School Manager of Apple Business Manager ook opgenomen in de reservekopie. Er zijn twee scenario's; de configuratie van het apparaat hangt ervan af of het apparaat wordt gewist en geactiveerd of dat een reservekopie wordt teruggezet op het apparaat.
Als de configuratie wordt bijgewerkt op de MDM-server (Mobile Device Management) en het apparaat wordt gewist en geactiveerd, wordt op het apparaat de bijgewerkte configuratie gebruikt.
Als een reservekopie wordt teruggezet op het apparaat, wordt de configuratie die tijdens de activatie is gedownload, overschreven door de configuratie waarvan een reservekopie is gemaakt.
Belangrijk: Reservekopieën kunnen persoonlijke gegevens bevatten, zoals gegevens uit apps, account- en wachtwoordgegevens en de browsergeschiedenis. Voordat je een reservekopie maakt van een apparaat, moet je controleren of er gegevens op dat apparaat staan die je niet wilt terugzetten op andere apparaten.
Een reservekopie maken
Sluit het apparaat aan op een USB-poort van de Mac waarop Apple Configurator 2 is geïnstalleerd en selecteer het apparaat in het apparaatvenster.
Kies 'Taken' > 'Maak reservekopie' of klik op 'Herstel' in de knoppenbalk.
Terugzetten vanaf reservekopie
Sluit het apparaat aan op een USB-poort van de Mac waarop Apple Configurator 2 is geïnstalleerd en selecteer het apparaat in het apparaatvenster.
Kies 'Taken' > 'Zet terug vanaf reservekopie'.
Selecteer de reservekopie die je wilt terugzetten en klik op 'Herstel'.
Alle inhoud op het apparaat wordt hierbij gewist. Een beheerd apparaat staat niet meer onder beheer zodra de herstelbewerking is uitgevoerd.
Standaardinstellingen herstellen
Sluit het apparaat aan op een USB-poort van de Mac waarop Apple Configurator 2 is geïnstalleerd en selecteer het apparaat in het apparaatvenster.
Kies 'Taken' > 'Herstel'.
Alle inhoud op het apparaat wordt hierbij gewist. Een beheerd apparaat staat niet meer onder beheer zodra de herstelbewerking is uitgevoerd.
Klik op 'Zet terug'.
Een reservekopie verwijderen
Kies in Apple Configurator 2 op je Mac 'Apple Configurator 2' > 'Voorkeuren' > 'Reservekopieën'.
Selecteer een reservekopie, klik op 'Verwijder reservekopie' en bevestig dat je de reservekopie inderdaad wilt verwijderen.