iPhone 13 Pro Max - Camera

Voordat je begint

 Waarschuwing

Lees Batterijveiligheid en volg de richtlijnen voor werkplekken en de omgang met batterijen voordat je begint.

Verwijder het volgende onderdeel voordat je begint:

Gereedschap

  • 6,7-inch reparatiehouder

  • ESD-veilig pincet

  • JCIS-bitje

  • Microstix-bitje

  • Pluisvrije of nitrilhandschoenen

  • Nylon sonde (zwart staafje)

  • Momentschroevendraaier (zwart, 0,35 kgf cm)

  • Momentschroevendraaier (grijs, 0,55 kgf cm)

 Voorzichtig

  • Raak de TrueDepth-cameramodule of nabijgelegen onderdelen niet aan om beschadiging van de lenzen te voorkomen.

  • Vermijd ook de aardingsveer op het afdekplaatje van de camera.

 Voorzichtig

Voor deze procedure is Systeemconfiguratie vereist. Nadat je alle stappen voor verwijdering en montage hebt voltooid, lees je hoe je het proces voor Systeemconfiguratie kunt starten op support.apple.com/self-service-repair.

Verwijderen

  1. Plaats de behuizing in de reparatiehouder met de Lightning-connector naar de uitsparing gericht.

  2. Gebruik een momentschroevendraaier en het Microstix-bitje om de vier trilobe-schroeven uit het afdekplaatje van de camera te verwijderen. Houd het afdekplaatje van de camera op zijn plek terwijl je de middelste schroef verwijdert. Leg de schroeven aan de kant.

  3. Gebruik een momentschroevendraaier met het JCIS-bitje om de kruiskopschroef uit het afdekplaatje van de camera te verwijderen. Leg de schroef aan de kant.

  4. Gebruik een ESD-veilig pincet om het afdekplaatje van de camera vanaf de linkerkant omhoog te kantelen (1). Schuif vervolgens de lipjes van het afdekplaatje uit de uitsparingen aan de rechterkant van de behuizing (2). Bewaar het afdekplaatje om het later weer te monteren.

    •  Voorzichtig: vermijd de aardingsveer op het afdekplaatje van de camera.

  5. Gebruik een ESD-veilig pincet om de uiteinden van de twee flexkabels van de camera uit de connectors te tillen.

  6. Houd de flexkabels van de camera voorzichtig bij elkaar (1) en til de camera's uit de behuizing (2).

Montage

  1. Doe de handschoenen aan om vervuiling van de cameralenzen te voorkomen. Houd vervolgens de vervangende camera's vast met de lenzen omlaag gericht en verwijder de beschermende afdekking van de cameralenzen.

  2. Kantel de onderste rand van de camera's omlaag en richting de batterij, zoals afgebeeld. Controleer of de flexkabels van de camera in de gleuf tussen de batterij en cameraholte liggen.

  3. Plaats de camera's in de behuizing.

  4. Druk de uiteinden van de twee flexkabels van de camera op de connectors.

  5. Druk de camera's zachtjes in de behuizing.

  6. Het afdekplaatje van de camera bevat lipjes die in de uitsparingen rechts van de behuizing passen. Houd het afdekplaatje vast met een ESD-veilig pincet en schuif de lipjes van het afdekplaatje in de uitsparingen. Laat het afdekplaatje vervolgens op de camera's zakken.

    •  Voorzichtig

      • Zorg dat de uitsparingen voor de schroeven in het afdekplaatje van de camera zijn uitgelijnd met de schroefgaten en dat de lipjes in de uitsparingen in de behuizing vallen. Een niet-uitgelijnd afdekplaatje van de camera kan de beeldkwaliteit van het beeldscherm aantasten.

      • Zorg dat de aardingsveer op het afdekplaatje van de camera niet beschadigd raakt. Raak de aardingsveer niet aan terwijl je het afdekplaatje terugplaatst.

  7. Houd het afdekplaatje van de camera op zijn plek met je vinger. Gebruik vervolgens de zwarte momentschroevendraaier met het Microstix-bitje om één nieuwe trilobe-schroef (923-06266) in het midden van het afdekplaatje te draaien (1).

  8. Gebruik de zwarte momentschroevendraaier met het Microstix-bitje om drie nieuwe trilobe-schroeven (923-06268) (2-4) in het afdekplaatje van de camera te draaien.

  9. Gebruik de grijze momentschroevendraaier met het JCIS-bitje om één nieuwe kruiskopschroef (923-06267) in het afdekplaatje van de camera te draaien (5).

Plaats het volgende onderdeel terug om de montage te voltooien:

 Voorzichtig

Nadat je alle stappen voor verwijdering en montage hebt voltooid, lees je hoe je het proces voor Systeemconfiguratie kunt starten op support.apple.com/self-service-repair.

Tijdens Systeemconfiguratie voer je de kalibratie van de LiDAR-scanner uit. Bereid je voor op de kalibratie door de volgende stappen door te nemen:

  1. Maak gebruik van een goed verlichte ruimte met daarin voorwerpen van verschillende vormen en grootten.

  2. Ga zitten of staan op 1,20 meter afstand van de voorwerpen.

  3. Houd het apparaat verticaal vast en laat je elleboog tegen je lichaam rusten om je arm te stabiliseren.

  4. Begin met scannen door het apparaat langzaam naar links en rechts te draaien vanaf het beginpunt. Volg de instructies die verschijnen op het scherm van het apparaat.

Opmerking: het kalibratieproces neemt ongeveer 5 minuten in beslag.

Publicatiedatum: