Events volgen in Scripteditor op de Mac
In de loggeschiedenis kun je scriptresultaten bekijken en aan de hand daarvan problemen oplossen en je scripts verder verbeteren.
Open een script in de app Scripteditor op de Mac.
Kies 'Venster' > 'Loggeschiedenis'.
Rangschik de vensters zodat je zowel het script als de loggeschiedenis kunt zien.
Klik op de uitvoerknop in de knoppenbalk van het script.
Als een onderdeel in de lijst andere events bevat, klik je op het driehoekje naast dat onderdeel om de events weer te geven.
Je kunt de gegevens die rechts in het logvenster staan filteren door op de tabs aan de bovenkant te klikken.
Om het script in een apart venster te openen, klik je dubbel op een onderdeel in de lijst 'Events' of klik je op 'Toon script' in de knoppenbalk.
Terwijl het script wordt uitgevoerd, worden de events in een hiërarchische structuur weergegeven in het venster 'Loggeschiedenis'. In de lijst 'Events' aan de linkerkant staan de events vermeld en het tijdstip waarop ze binnen het script zijn uitgevoerd. Events kunnen zijn opgenomen in afhandelingsroutines of grotere events. Rechts in het logvenster staan de gegevens die tijdens het uitvoeren van het script zijn vastgelegd.
Je kunt de instellingen voor het vastleggen van de loggeschiedenis wijzigen in het paneel 'Geschiedenis' in de Scripteditor-instellingen.