Toetscombinaties voor Pages op de Mac
In Pages kun je veel taken snel uitvoeren met behulp van toetscombinaties. Als je een toetscombinatie wilt gebruiken, druk je alle toetsen van de toetscombinatie tegelijk in.
Opmerking: Sommige toetscombinaties kunnen in Systeemvoorkeuren worden gewijzigd en wijken mogelijk af van wat hieronder staat.
Algemeen
Handeling | Toetscombinatie |
---|---|
Beginnen met dicteren | Tweemaal op Fn drukken Deze toetscombinatie kun je wijzigen. Kies Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' > 'Toetsenbord' > 'Dicteren'. |
De sjabloonkiezer openen | Command + N |
De sjabloonkiezer openen en het venstermenu 'Taal' weergeven | Option + Command + N |
De sjabloonkiezer sluiten | Esc |
Een bestaand document openen | Command + O |
Een document bewaren | Command + S |
Bewaren als | Option + Shift + Command + S |
Een document dupliceren | Shift + Command + S |
Een document afdrukken | Command + P |
De Pages-gebruikershandleiding openen | Shift + Command + vraagteken (?) |
Een venster sluiten | Command + W |
Alle vensters sluiten | Option + Command + W |
Een venster minimaliseren | Command + M |
Alle vensters minimaliseren | Option + Command + M |
De schermvullende weergave activeren | Control + Command + F |
Inzoomen | Command + punthaak sluiten (>) |
Uitzoomen | Command + punthaak openen (<) |
Zoomen tot selectie | Shift + Command + 0 |
Teruggaan naar werkelijke grootte | Command + 0 |
De tabbladbalk weergeven of verbergen | Shift + Command + T |
De liniaal weergeven of verbergen | Command + R |
Venster voor de pagina-instelling openen | Shift + Command + P |
De omtrek van de lay-out weergeven of verbergen | Command + Shift + L |
Opmaaktekens (onzichtbare tekens) weergeven | Command + Shift + I |
Een bestand kiezen om in te voegen | Shift + Command + V |
Het venster 'Kleuren' weergeven | Shift + Command + C |
De knoppenbalk weergeven of verbergen | Option + Command + T |
De volgorde van onderdelen in de knoppenbalk wijzigen | Command + slepen |
Een onderdeel uit de knoppenbalk verwijderen | Command + uit de knoppenbalk slepen |
De navigatiekolommen rechts in het Pages-venster weergeven of verbergen | Option + Command + I |
Het volgende tabblad in de navigatiekolom openen | Control + accent grave (`) |
Het vorige tabblad in de navigatiekolom openen | Shift + Control + accent grave (`) |
Pages verbergen | Command + H |
Vensters van andere apps verbergen | Option + Command + H |
De laatste bewerking ongedaan maken | Command + Z |
De laatste bewerking opnieuw uitvoeren | Shift + Command + Z |
Voorkeurenvenster van Pages openen | Command + komma (,) |
Pages stoppen | Command + Q |
Pages afsluiten en vensters open laten | Option + Command + Q |
Navigeren in een document
Handeling | Toetscombinatie |
---|---|
Eén teken naar links gaan | Pijl-links |
Eén teken naar rechts gaan | Pijl-rechts |
Eén teken achteruit gaan (werkt bij tekst van links naar rechts en bij tekst van rechts naar links) | Control + B |
Eén teken vooruit gaan (werkt bij tekst van links naar rechts en bij tekst van rechts naar links) | Control + F |
Eén regel omhoog gaan | Pijl-omhoog |
Eén regel omlaag gaan | Pijl-omlaag |
Naar het begin van het huidige of vorige woord gaan | Control + Option + B |
Naar het linkeruiteinde van het huidige woord gaan (werkt bij tekst van links naar rechts en bij tekst van rechts naar links) | Option + pijl-links |
Naar het einde van het huidige of volgende woord gaan | Control + Option + F |
Naar het rechteruiteinde van het huidige woord gaan (werkt bij tekst van links naar rechts en bij tekst van rechts naar links) | Option + pijl-rechts |
Het invoegpunt verplaatsen naar het begin van het huidige tekstgebied (document, tekstvak, vorm of tabelcel) | Command + pijl-omhoog |
Het invoegpunt verplaatsen naar het einde van het huidige tekstgebied (document, tekstvak, vorm of tabelcel) | Command + pijl-omlaag |
Naar het begin van de alinea gaan | Control + A of Option + pijl-omhoog |
Naar het eind van de alinea gaan | Control + E of Option + pijl-omlaag |
Naar het linkeruiteinde van de huidige regel gaan | Command + pijl-links |
Naar het rechteruiteinde van de huidige regel gaan | Command + pijl-rechts |
Eén pagina omhoog scrollen zonder het invoegpunt te verplaatsen | Fn + pijl-omhoog of Page Up |
Eén pagina omlaag scrollen zonder het invoegpunt te verplaatsen | Fn + pijl-omlaag of Page Down |
Eén pagina omhoog scrollen en het invoegpunt verplaatsen | Option + Page Up |
Eén pagina omlaag scrollen en het invoegpunt verplaatsen | Control + V of Option + Page Down |
Naar het begin van het document gaan zonder het invoegpunt te verplaatsen | Home of Fn + pijl-links |
Naar het eind van het document gaan zonder het invoegpunt te verplaatsen | End of Fn + pijl-rechts |
Het invoegpunt in het midden van het appvenster plaatsen | Control + L |
Naar een specifieke pagina gaan | Control + Command + G |
Tekst selecteren
Handeling | Toetscombinatie |
---|---|
Een of meer tekens selecteren | Klikken vóór het eerste teken en slepen over de tekens die je wilt selecteren |
Een woord selecteren | Dubbel klikken op het woord |
Een alinea selecteren | Drie keer klikken in de alinea |
Alle objecten en tekst selecteren | Command + A |
De selectie van alle objecten en tekst opheffen | Shift + Command + A |
De tekstselectie uitbreiden | Klikken in de tekst en vervolgens Shift + klikken op een andere locatie in de tekst |
De selectie met één teken naar rechts uitbreiden | Shift + pijl-rechts |
De selectie met één teken naar links uitbreiden | Shift + pijl-links |
De selectie uitbreiden tot het einde van het huidige woord en vervolgens tot het einde van hierop volgende woorden | Option + Shift + pijl-rechts |
De selectie uitbreiden tot het begin van het huidige woord | Option + Shift + pijl-links |
De selectie uitbreiden tot het einde van de huidige regel | Shift Command + pijl-rechts |
De selectie uitbreiden tot het begin van de huidige regel | Shift Command + pijl-links |
De selectie met de regel erboven uitbreiden | Shift + pijl-omhoog |
De selectie met de regel eronder uitbreiden | Shift + pijl-omlaag |
De selectie uitbreiden tot het begin van de huidige alinea | Option + Shift + pijl-omhoog |
De selectie uitbreiden tot het einde van de huidige alinea | Option + Shift + pijl-omlaag |
De selectie uitbreiden tot het begin van de tekst | Shift + Command + pijl-omhoog of Shift + Home |
De selectie uitbreiden tot het einde van de tekst | Shift + Command + pijl-omlaag of Shift + End |
Een opsommingsteken en de bijbehorende tekst selecteren | Op het opsommingsteken klikken |
Een opsommingsteken en de bijbehorende tekst, inclusief onderliggende opsommingstekens en tekst verplaatsen | Op het opsommingsteken klikken en het opsommingsteken slepen |
Tekst opmaken
Handeling | Toetscombinatie |
---|---|
Het venster 'Lettertypen' weergeven | Command + T |
Het venster 'Kleuren' weergeven | Shift + Command + C |
De geselecteerde tekst vet maken | Command + B |
De geselecteerde tekst cursief maken | Command + I |
De geselecteerde tekst onderstrepen | Command + U |
Het voorafgaande teken of de voorafgaande selectie verwijderen | Delete of Control + H |
Het volgende teken of de volgende selectie verwijderen | Control + D of Vooruit wissen (niet op alle toetsenborden beschikbaar) |
Het woord vóór het invoegpunt verwijderen | Option + Delete |
Het woord na het invoegpunt verwijderen | Option + Vooruit wissen (niet op alle toetsenborden beschikbaar) |
De tekst tussen het invoegpunt en het volgende alinea-einde verwijderen | Control + K |
De lettergrootte vergroten | Command + plusteken (+) |
De lettergrootte verkleinen | Command + minteken (-) |
De ruimte tussen geselecteerde tekens verkleinen | Option + Command + vierkant haakje openen ([) |
De ruimte tussen geselecteerde tekens vergroten | Option + Command + vierkant haakje sluiten (]) |
De tekst hoger plaatsen (superscript) | Control + Shift + Command + plusteken (+) |
De tekst lager plaatsen (subscript) | Control + Command + minteken (-) |
Een vergelijking invoegen | Option + Command + E |
De tekst uitlijnen tegen de linkerrand | Command + accolade openen ({) |
De tekst centreren | Command + verticale streep (|) |
De tekst uitlijnen tegen de rechterrand | Command + accolade sluiten (}) |
De tekst zowel tegen de linker- als de rechterrand uitlijnen (uitvullen) | Option + Command + verticale streep (|) |
Het inspringniveau van een tekstblok of lijstonderdeel verlagen | Command + vierkant haakje openen ([) |
Het inspringniveau van een tekstblok of lijstonderdeel verhogen | Command + vierkant haakje sluiten (]) |
Het inspringniveau van een lijstonderdeel verlagen | Shift + Tab |
Het inspringniveau van een lijstonderdeel verhogen | Tab |
Tekst of een object omzetten in een link | Command + K |
Een bladwijzer toevoegen | Option + Command + B |
De selectie knippen | Command + X |
De selectie kopiëren | Command + C |
De alineastijl kopiëren | Option + Command + C |
De selectie plakken | Command + V |
De alineastijl plakken | Option + Command + V |
Plakken en aanpassen aan de stijl van de bestemmingstekst | Option + Shift + Command + V |
De grafische stijl van tekst kopiëren | Option + Command + C |
De grafische stijl van tekst plakken | Option + Command + V |
Een bereik toevoegen aan of verwijderen uit de selectie | Shift + slepen |
Een vaste spatie invoegen | Option + spatiebalk |
Een regeleinde invoegen (zachte return) | Shift + Return |
Een alinea-einde invoegen | Return |
Een nieuwe regel invoegen na het invoegpunt | Control + O |
Een alinea-einde invoegen | Fn + Command + Return of Command + Enter (niet op alle toetsenborden beschikbaar) |
Speciale tekens invoeren | Control + Command + spatiebalk |
De tekens aan weerskanten van het invoegpunt transponeren | Control + T |
Een EndNote-bibliografie toevoegen | Shift + Option + Command + E |
Een alinea-, teken- of lijststijl toevoegen via je eigen sneltoets |
Tekst zoeken en verwijderen, opmerkingen gebruiken en de spelling controleren
Handeling | Toetscombinatie |
---|---|
Het voorafgaande teken of de voorafgaande selectie verwijderen | Delete-toets |
Het volgende teken of de volgende selectie verwijderen | Fn + Delete of Vooruit wissen (niet op alle toetsenborden beschikbaar) |
Zoeken | Command + F |
Volgende zoeken (vanuit het zoekvenster) | Command + G |
Vorige zoeken (vanuit het zoekvenster) | Shift + Command + G |
De geselecteerde tekst in het veld 'Zoek en vervang' plaatsen | Command + E |
Tekst vervangen | Return |
In het venster scrollen om de geselecteerde tekst of het geselecteerde object weer te geven | Command + J |
Het zoekvenster verbergen | Esc |
Het woord bij het invoegpunt opzoeken | Control + Command + D |
Een lijst woorden weergeven om het geselecteerde woord aan te vullen | Option + Esc |
Spelling en grammatica controleren | Command + puntkomma (;) |
Het venster 'Spelling en grammatica' weergeven | Shift + Command + Dubbele punt (:) |
Tekst markeren | Shift + Command + H |
Een nieuwe opmerking voor de geselecteerde tekst, het geselecteerde object of de geselecteerde tabelcel openen | Shift + Command + K |
Een opmerking bewaren | Command + Return |
De volgende opmerking weergeven | Option + Command + K |
De vorige opmerking weergeven | Option + Shift + Command + K |
Een wijziging accepteren (als wijzigingen bijhouden is ingeschakeld) | Option + Command + A |
Een wijziging verwerpen (als wijzigingen bijhouden is ingeschakeld) | Option + Command + R |
Het aantal woorden weergeven of verbergen | Shift + Command + W |
De weergave 'Wijzig paginasjabloon' openen of sluiten | Shift + Command + E |
Objecten verplaatsen, groeperen, in een laag plaatsen en vergroten of verkleinen
Handeling | Toetscombinatie |
---|---|
Alle objecten selecteren | Command + A |
Selectie van alle objecten opheffen | Shift + Command + A |
Objecten selecteren door ze te slepen | In paginalay-outdocumenten vanuit een leeg gedeelte van de pagina om objecten heen slepen. Slepen met de Option-toets ingedrukt om objecten vanaf het beginpunt naar buiten te selecteren. |
Zoomen bij scrollen | Voor Magic Mouse of een trackpad: Option + Command + scrollen |
Objecten toevoegen aan of verwijderen uit de selectie | Command + slepen |
Het vorige object op de pagina selecteren | Shift + Tab |
Extra objecten selecteren of deselecteren | Command + klikken of Shift + klikken |
Geselecteerde objecten verplaatsen | Slepen |
Het geselecteerde object één punt verplaatsen | Op een pijltoets drukken |
Het geselecteerde object tien punten verplaatsen | Shift + pijltoets |
Het geselecteerde object één schermpixel verplaatsen | Op een pijltoets drukken |
Het geselecteerde object tien schermpixels verplaatsen | Shift + pijltoets |
De grafische stijl kopiëren | Option + Command + C |
De grafische stijl plakken | Option + Command + V |
De vormstijl maar niet de tekststijl toepassen | Met de Option-toets ingedrukt op de vormstijl in de navigatiekolom rechts in het Pages-venster klikken |
Het geselecteerde object op de achtergrond plaatsen | Shift + Command + B |
Het geselecteerde object een laag naar achteren plaatsen | Option + Shift + Command + B |
Het geselecteerde object op de voorgrond plaatsen | Shift + Command + F |
Het geselecteerde object één laag naar voren plaatsen | Option + Shift + Command + F |
Geselecteerde objecten groeperen | Option + Command + G |
De groepering van geselecteerde objecten opheffen | Option + Shift + Command + G |
Een object in een groep selecteren | Dubbel klikken op het object |
Het volgende object in een groep selecteren | Tab |
Het vorige object in een groep selecteren | Shift + Tab |
Het wijzigen van een object beëindigen en de groep selecteren | Een object selecteren in de groep en op Command + Return drukken |
De geselecteerde objecten vergrendelen | Command + L |
De geselecteerde objecten ontgrendelen | Option + Command + L |
Het object dupliceren | Option + pijltoets of Option + slepen |
De verplaatsing van het object horizontaal, verticaal of diagonaal (45°) beperken | Shift + slepen |
De grootte van het object aanpassen | Een selectiegreep slepen |
Hulplijnen uitschakelen bij het verplaatsen of het wijzigen van de grootte van een object | Command + slepen |
De grootte van het object aanpassen vanuit het midden | Option + een selectiegreep slepen |
De hoogte/breedte-verhouding behouden tijdens het vergroten of verkleinen van het object | Shift + een selectiegreep slepen |
De hoogte/breedte-verhouding behouden tijdens het vanuit het midden vergroten of verkleinen van het object | Option + Shift + een selectiegreep slepen |
Het object roteren | Command + een selectiegreep slepen |
Het object 45° roteren | Roteren met de Shift-toets ingedrukt |
Het object roteren rond de tegenoverliggende greep (in plaats van rond het midden) | Option + Command + een selectiegreep slepen |
Het object 45° roteren rond de tegenoverliggende greep (in plaats van rond het midden) | Option + Shift + Command + een selectiegreep slepen |
De afbeelding bijsnijden of het bijsnijden ongedaan maken | Shift + Command + M |
Maskerregelaars voor een afbeelding verbergen | Return, Enter of dubbel klikken |
Maskerregelaars voor een afbeelding weergeven | Dubbel klikken op de bijgesneden afbeelding |
Het contextuele menu voor het geselecteerde onderdeel openen | Control + klikken op het object |
Het wijzigen van tekst beëindigen en het object selecteren | Command + Return |
Het object kiezen dat je wilt invoegen | Shift + Command + V |
De geselecteerde tekst definiëren als plaatsaanduiding voor tekst | Control + Option + Command + T |
De afbeelding of film definiëren als plaatsaanduiding voor media | Control + Option + Command + I |
Bewerkbare vormen wijzigen
Handeling | Toetscombinatie |
---|---|
Een aangepaste vorm bewerkbaar maken | Dubbel klikken op de rand van de vorm |
Een aangepaste vorm tekenen met de pen | Option + Shift + Command + P |
Een punt van een bewerkbare vorm verplaatsen | Het punt naar een andere locatie slepen |
Een punt van een bewerkbare vorm verwijderen | Op het punt klikken en op de Delete-toets op het toetsenbord drukken |
Een scherp punt toevoegen aan een bewerkbare vorm | Het middelpunt van een lijn slepen met de Command-toets ingedrukt |
Een vloeiend punt toevoegen aan een bewerkbare vorm | Het middelpunt van een lijn slepen |
Een Bézier-punt toevoegen aan een bewerkbare vorm | Het middelpunt van een lijn slepen met de Option-toets ingedrukt |
Een gebogen punt van een bewerkbare vorm wijzigen in een hoekpunt | Dubbel klikken op het gebogen punt |
De curve van een vloeiend punt een andere vorm geven | De lijn slepen die grenst aan het vloeiende punt |
De curve van een Bézier-punt een andere vorm geven | Op een Bézier-punt klikken en de regelaar slepen |
Werken met tabellen
Handeling | Toetscombinatie |
---|---|
Een rij boven de geselecteerde cellen toevoegen | Option + pijl-omhoog |
Een rij onder de geselecteerde cellen toevoegen | Option + pijl-omlaag |
Een kolom aan de rechterkant van de geselecteerde cellen toevoegen | Option + pijl-rechts |
Een kolom aan de linkerkant van de geselecteerde cellen toevoegen | Option + pijl-links |
Een rij invoegen onder aan de tabel | Option + Return |
Een hele rij of kolom selecteren | Op de tabel klikken en vervolgens op de letter klikken voor de kolom of op het cijfer voor de rij |
Alle rijen selecteren die een doorsnede vormen met de huidige selectie | Option + Command + Return |
Alle kolommen selecteren die een doorsnede vormen met de huidige selectie | Control + Command + Return |
Extra rijen selecteren | Shift + pijl-omhoog of Shift + pijl-omlaag |
Extra kolommen selecteren | Shift + pijl-rechts of Shift + pijl-links |
Extra cellen selecteren | Shift + klikken |
Alleen tabelcellen selecteren in een rij of kolom | Dubbel klikken op de letter voor de kolom of op het cijfer voor de rij |
De celselectie verplaatsen naar het begin van de volgende rij | Een cel selecteren in de uiterst rechtse kolom en vervolgens op de Tab-toets drukken |
Het sorteren van rijen of kolommen beëindigen | Op de Esc-toets drukken tijdens het slepen |
Een tabel selecteren vanuit een celselectie | Command + Return |
Alle inhoud in een tabel selecteren | Een cel selecteren en vervolgens op Command + A drukken |
De geselecteerde tabel of de inhoud van geselecteerde cellen verwijderen | Delete-toets |
De inhoud van de geselecteerde cel vervangen door de inhoud van de doelcel | Drukken op een cel terwijl je de cel naar een andere cel sleept |
De inhoud van de geselecteerde cel kopiëren naar de doelcel | Drukken op een cel terwijl je de cel naar een andere cel sleept met de Option-toets ingedrukt |
Celstijl kopiëren | Option + Command + C |
Celstijl plakken | Option + Command + V |
Plakken en de stijl van de doelcel behouden | Option + Shift + Command + V |
De selectie uitbreiden van de geselecteerde cel tot de doelcel | Shift + klikken in de doelcel |
Een cel selecteren | Klikken op een cel in een geselecteerde tabel (dubbel klikken op een cel in een niet-geselecteerde tabel) |
Een cel toevoegen aan of verwijderen uit de selectie | Command + klikken op een geselecteerde of niet-geselecteerde cel |
Beginnen met het wijzigen van tekst | Return of Enter (in een geselecteerde cel) |
Celinhoud automatisch uitlijnen | Option + Command + U |
De bewerking van de cel onderbreken en de cel selecteren | Command + Return |
De bewerking van de cel onderbreken en de tabel selecteren | Twee keer drukken op Command + Return |
De geselecteerde tabel één punt verplaatsen | Op een pijltoets drukken |
De geselecteerde tabel tien punten verplaatsen | Shift + pijltoets |
De verplaatsing van de tabel horizontaal, verticaal of diagonaal (45°) beperken | Shift + de tabel slepen |
De grootte van alle kolommen in een tabel in gelijke mate wijzigen | De tabel selecteren en een formaatgreep slepen met de Shift-toets ingedrukt |
De volgende cel selecteren (links, rechts, omhoog of omlaag) | Op een pijltoets drukken (wanneer een cel is geselecteerd) |
De celselectie uitbreiden met één cel | Shift + pijltoets (wanneer een cel is geselecteerd) |
De volgende cel selecteren | Tab |
De vorige cel selecteren | Shift + Tab |
Een tab invoegen bij het wijzigen van tekst of een formule | Option + Tab |
Een regeleinde (zachte return) invoegen tijdens het wijzigen van tekst in een cel | Control + Return |
Een alinea-einde (harde return) invoegen tijdens het wijzigen van tekst in een cel | Return |
De formule-editor openen voor een geselecteerde cel die geen formule bevat | Isgelijkteken (=) |
De formule-editor openen voor een cel die een formule of opgemaakt getal bevat | Dubbel klikken |
Wijzigingen vastleggen in de formule-editor | Return of Tab |
Wijzigingen ongedaan maken in de formule-editor | Esc |
De eerste cel met een waarde in de huidige rij selecteren | Option + Command + pijl-links |
De eerste cel met een waarde in de huidige rij selecteren | Option + Command + pijl-rechts |
De eerste cel met een waarde in de huidige kolom selecteren | Option + Command + pijl-omhoog |
De laatste cel met een waarde in de huidige kolom selecteren | Option + Command + pijl-omlaag |
Geselecteerde rijen verwijderen | Option + Command + Delete |
Geselecteerde kolommen verwijderen | Control + Command + Delete |
De tabelnaam selecteren | Shift + Tab |
Het resultaat van een formule in een tabel plakken | Shift + Command + V |
De eerste cel in een geselecteerde tabel selecteren | Return |
De huidige selectie uitbreiden met de eerste cel met een waarde in de huidige rij | Option + Shift + Command + pijl-links |
De huidige selectie uitbreiden met de laatste cel met een waarde in de huidige rij | Option + Shift + Command + pijl-rechts |
De huidige selectie uitbreiden met de eerste cel met een waarde in de huidige kolom | Option + Shift + Command + pijl-omhoog |
De huidige selectie uitbreiden met de laatste cel met een waarde in de huidige kolom | Option + Shift + Command + pijl-omlaag |
Geselecteerde cellen samenvoegen | Control + Command + M |
Geselecteerde cellen splitsen | Control + Shift + Command + M |
Rand bovenaan toevoegen of verwijderen | Control + Option + Command + pijl-omhoog |
Rand onderaan toevoegen of verwijderen | Control +Option + Command + pijl-omlaag |
Rechterrand toevoegen of verwijderen | Control + Option + Command + pijl-rechts |
Linkerrand toevoegen of verwijderen | Control + Option + Command + pijl-links |
Modus voor automatisch vullen inschakelen | Command + backslash (\) |
Automatisch vullen op basis van de kolom ervoor | Control + Command + backslash (\) |
Automatisch vullen op basis van de rij erboven | Option + Command + backslash (\) |
Diagramgegevens wijzigen
Handeling | Toetscombinatie |
---|---|
De diagramgegevenseditor weergeven of verbergen | Shift + Command + D |
De invoer in een cel voltooien en de selectie naar beneden verplaatsen | Return |
De invoer in een cel voltooien en de selectie naar boven verplaatsen | Shift + Return |
De invoer in een cel voltooien en de selectie naar rechts verplaatsen | Tab |
De invoer in een cel voltooien en de selectie naar links verplaatsen | Shift + Tab |
Eén teken naar links of rechts gaan | Op de Pijl-links of de Pijl-rechts drukken |
Naar het begin of einde van de tekst gaan | Op de Pijl-omhoog of de Pijl-omlaag drukken |
De diagramlegenda één punt verplaatsen | De legenda selecteren en op een pijltoets drukken |
De diagramlegenda tien punten verplaatsen | De legenda selecteren en vervolgens Shift ingedrukt houden en op een pijltoets drukken |
Celverwijzingen aanmaken in formules
Handeling | Toetscombinatie |
---|---|
Naar één cel navigeren en deze cel selecteren | Option + pijltoets |
Een geselecteerde celverwijzing uitbreiden of verkleinen | Option + Shift + pijltoets |
In een rij of kolom naar de eerste of de laatste cel navigeren en deze cel selecteren | Option + Command + pijltoets |
Een geselecteerde celverwijzing weer omzetten in tekst | Een verwijzing selecteren en op Option + Return drukken |
Absolute en relatieve kenmerken van geselecteerde celverwijzingen opgeven | Command + K of Shift + Command + K om vooruit of achteruit door de opties te navigeren |
Absolute en relatieve kenmerken van de eerste en laatste cel van geselecteerde celverwijzingen opgeven | Option + Command + K of Option + Shift + Command + K om vooruit of achteruit door de opties te navigeren |