Instellingen voor tags in Apple Configurator
In Apple Configurator kun je op dezelfde manier tags gebruiken als in de Finder. Je kunt tags toevoegen aan apparaten om ze in het apparaatvenster of in het venster van een geselecteerd apparaat eenvoudiger te kunnen ordenen. Je kunt tags toevoegen en verwijderen, de naam van tags wijzigen en tags een andere kleur geven.
Tags worden op het apparaat bewaard. Als je een apparaat bijvoorbeeld een rode tag geeft en dat apparaat vanaf een ander Apple Configurator-werkstation kan worden beheerd, ziet de beheerder van dat werkstation de rode tag. Als het apparaat wordt gewist, worden de bijbehorende tags ook verwijderd.
Kies in het menu van Apple Configurator 'Instellingen' > 'Tags'. Voer een van de volgende stappen uit om tags te beheren:
De kleur van een tag wijzigen: Selecteer de tag, klik op 'Wijzig kleur' en selecteer een nieuwe kleur.
De naam van een tag wijzigen: Klik op de tag, klik op de naam van de tag en voer vervolgens een nieuwe naam in.
Een nieuwe tag aanmaken: Klik op de knop met het plusteken .
Een tag verwijderen: Selecteer de tag en klik vervolgens op de knop met het minteken .