Begeleide toegang op een iPhone, iPad en iPod touch gebruiken

Met begeleide toegang wordt het apparaat beperkt tot één bepaalde app. Hierbij bepaal je welke functies van de app beschikbaar zijn. Je kunt begeleide toegang inschakelen wanneer je een kind je apparaat laat gebruiken of wanneer je niet afgeleid wilt worden door onbedoelde gebaren.

Begeleide toegang instellen

1. Ga naar 'Instellingen' > 'Toegankelijkheid' en schakel vervolgens 'Begeleide toegang' in.

2. Tik op 'Toegangscode-instellingen' en vervolgens op 'Stel code voor begeleide toegang in'.

3. Voer een toegangscode in en voer deze vervolgens opnieuw in. Je kunt hier ook 'Face ID' of 'Touch ID' inschakelen als je daarmee een sessie met begeleide toegang wilt kunnen beëindigen.

Een sessie met begeleide toegang starten

1. Open de gewenste app.

2. Op een iPhone X of nieuwer druk je drie keer op de zijknop. Op een iPhone 8 of ouder druk je drie keer op de thuisknop.

3. Als je bepaalde delen van het scherm niet wilt laten reageren op aanraking, omcirkel je die delen met één vinger. Je kunt de cirkel verplaatsen, vergroten en verkleinen. Je verwijdert de cirkel door op 'X' te tikken.

4. Tik op 'Begeleide toegang' en vervolgens op 'Start'.

Je kunt een sessie met begeleide toegang ook starten met behulp van Siri*. Je opent dan de gewenste app en zegt tegen Siri: "Schakel begeleide toegang in."

Bepalen welke functies beschikbaar zijn

1. Als je functies wilt uitschakelen of een tijdslimiet wilt instellen, druk je driemaal op de thuisknop of zijknop en tik je vervolgens op 'Opties'. Als 'Opties' niet wordt weergegeven, druk je opnieuw driemaal op de thuisknop of zijknop en voer je je toegangscode in.

2. Tik op de gewenste opties en tik vervolgens op 'Gereed'.

Een sessie met begeleide toegang beëindigen

Druk driemaal op de thuisknop of zijknop, voer je toegangscode voor begeleide toegang in en tik op 'Stop'. Als je Touch ID of Face ID hebt ingeschakeld voor begeleide toegang, druk je dubbel op de thuisknop of zijknop.