iPhone 15 Plus - Beeldscherm

Voordat je begint

 Waarschuwing

Gereedschap

  • 6,7-inch reparatiehouder

  • Snijapparaatje voor plakstrips

  • Lijmsteker

  • Verstelbare verwarmde beeldschermpocket

  • Beeldschermpers

  • ESD-veilig pincet

  • Ethanoldoekjes of IPA-doekjes

  • Verwarmde schermdemontagehouder

  • Hittebestendige handschoenen

  • Kapton-tape

  • Melaminespons

  • MicroStix-bitje

  • Nylon sonde (zwart staafje)

  • Momentschroevendraaier (zwart, 0,35 kgf cm)

  • Momentschroevendraaier (blauw, 0,65 kgf cm)

  • Torx-beveiligingsbitje

 Voorzichtig

  • Voor deze procedure is Systeemconfiguratie vereist. Nadat je alle verwijderings- en montagestappen hebt voltooid, volg je de instructies om Systeemconfiguratie te starten.

  • Raak de TrueDepth-cameramodule of nabijgelegen onderdelen niet aan om beschadiging van de lenzen te voorkomen.

  • Raak de achterkant van het beeldscherm niet aan. Het aanraken van de achterkant van het beeldscherm kan de beeldkwaliteit aantasten.

Belangrijk

Lees Verwarmde schermdemontagehouder als je de houder voor het eerst opstelt.

Verwijderen

Belangrijk

Als je de iPhone kunt uitschakelen, ga je door naar stap 6. Als je de iPhone niet kunt uitschakelen, ga je verder met stap 1.

  1. Voltooi alle verwijderingsstappen in het gedeelte Glazen achterkant. Ga dan door naar stap 2.

  2. Plaats de behuizing in de reparatiehouder met de camera omhoog en de USB-C-connector naar de uitsparing gericht.

  3. Plaats Kapton-tape over de connector van de batterijflexkabel op het moederbord.

  4. Druk het uiteinde van de flexkabel van de glazen achterkant op de connector.

    •  Voorzichtig

      • Sluit de flexkabel van de batterij nog niet opnieuw aan.

      • Plaats het bovenste en het onderste afdekplaatje of de plakstrip van de glazen achterkant nog niet terug.

  5. Plaats de glazen achterkant boven op de behuizing. Haal de behuizing uit de reparatiehouder. Plaats nu de behuizing weer in de reparatiehouder met het beeldscherm naar boven gericht en de USB-C-connector naar de uitsparing gericht.

  6. Gebruik een momentschroevendraaier met het Torx-beveiligingsbitje om de twee beveiligingsschroeven (één aan elke kant van de USB-C-connector) te verwijderen. Leg de schroeven aan de kant.

  7. Schakel de verwarmde schermdemontagehouder in met de schakelaar aan de achterkant. De interne ventilator gaat nu draaien. Wacht tot er een vinkje op het scherm verschijnt.

    • Opmerking: Als er een foutcode op het scherm wordt weergegeven, schakel je de houder uit en weer in.

  8. Haal de iPhone uit de reparatiehouder.

  9. Leg de iPhone in de rechterbenedenhoek van de verstelbare verwarmde beeldschermpocket met het beeldscherm naar boven gericht en de USB-C-connector naar de onderkant van de pocket gericht.

    •  Voorzichtig: Maak geen krassen op de iPhone als je deze in de verstelbare verwarmde beeldschermpocket steekt.

  10. Druk op de aangegeven gebieden om de iPhone op zijn plaats te houden. Draai nu de knop aan de onderkant van de pocket rechtsom om de iPhone te fixeren.

    •  Voorzichtig: Draai de knop niet te vast.

    • Belangrijk: Zorg ervoor dat de iPhone precies midden tussen de messing strips aan de binnenkant van de pocket zit. Als dat niet het geval is, draai je de knop linksom om de strips losser te maken. Verwijder de iPhone en herhaal vervolgens stap 9 en 10.

  11. Doe de hittebestendige handschoenen aan. Lijn de uitsparing aan de onderkant van de pocket uit met de rail op de houder. Schuif de pocket met de iPhone op de rail van de houder.

    •  Waarschuwing: Plaats de pocket niet in de houder zonder hittebestendige handschoenen te dragen.

  12. Schuif de pocket in de houder tot de pocket op zijn plaats klikt.

    • Opmerking: Het scherm op de houder wordt rood en de timer telt af vanaf 2 minuten terwijl de pocket opwarmt tot de juiste temperatuur. Als de timer op 0 staat, begint de houder te piepen en wordt het scherm groen.

  13. Draai de knop op de houder rechtsom om de zuignap zo dicht mogelijk bij de iPhone te laten zakken zonder dat deze de iPhone raakt.

    •  Voorzichtig: Draai niet aan de knop voordat de timer is afgelopen om beschadiging van de iPhone te voorkomen.

    • Opmerking: De houder blijft piepen totdat de zuignap is gezakt.

  14. Pak de hendel vast en schuif de zuignap er recht uit totdat de rand van de zuignap gelijk ligt aan de onderste rand van het beeldscherm.

    •  Voorzichtig: Als je de randen van de zuignap en het beeldscherm niet uitlijnt, kan de iPhone beschadigd raken.

  15. Draai de knop op de houder rechtsom om de zuignap te laten zakken op het beeldscherm (1). Zet nu de hendel van de zuignap naar beneden om de zuignap vast te zetten op het beeldscherm (2).

    • Belangrijk: Zodra de zuignap de iPhone raakt, begint de timer op het scherm 15 minuten af te tellen. Als de timer op 0 staat, wordt de verwarmde schermdemontagehouder uitgeschakeld. Zorg dat je stap 16 en 17 binnen deze tijd voltooit.

  16. Draai de knop op de houder langzaam linksom tot het beeldscherm loskomt van de behuizing.

    • Belangrijk: Zie je niet direct een opening tussen het beeldscherm en de behuizing, wacht dan 30 seconden. Als je nog steeds geen opening ziet, draai dan het zilveren deel van de knop op de houder linksom tot het beeldscherm loskomt van de behuizing.

  17. Steek het uiteinde van het snijapparaatje voor plakstrips tussen het beeldscherm en de behuizing. Beweeg het snijapparaatje van links naar rechts tussen het beeldscherm en de behuizing totdat het beeldscherm gedeeltelijk loskomt van de behuizing.

    •  Voorzichtig: Kantel de onderkant van het beeldscherm niet meer dan 5 graden omhoog om beschadiging van de flexkabels te voorkomen.

  18. Doe de hendel omhoog om de zuignap los te maken. Schuif vervolgens voorzichtig de platte kant van het zwarte staafje onder de rand van de zuignap om deze los te maken van het beeldscherm.

    •  Voorzichtig: Draai niet aan de knop. Als je aan de knop draait, kunnen de flexkabels beschadigd raken.

  19. Druk op de uitwerpknop aan de zijkant van de pocket om de pocket los te maken van de houder (1).

  20. Houd beide zijkanten van de pocket vast en schuif deze recht uit de houder (2).

  21. Draai de knop op de verstelbare verwarmde beeldschermpocket linksom totdat je de iPhone eruit kunt halen. Houd de rand van de iPhone vast en haal de iPhone voorzichtig uit de pocket.

    •  Voorzichtig: Maak geen krassen op de iPhone als je deze uit de verwarmde beeldschermpocket haalt.

  22. Plaats de iPhone in de reparatiehouder met het beeldscherm omhoog en de USB-C-connector naar de uitsparing gericht. Doe de handschoenen uit.

  23. Schuif het beeldscherm een klein beetje richting de onderkant van de iPhone.

  24. Steek het uiteinde van het snijapparaatje voor plakstrips in de bovenkant van de iPhone, tussen het beeldscherm en de behuizing. Houd het snijapparaatje voor plakstrips onder een hoek van 45 graden. Begin in het midden en snijd langs de bovenkant en zijkanten van de iPhone tot het beeldscherm vrij is.

    •  Voorzichtig: Kantel het beeldscherm niet meer dan 5 graden omhoog om beschadiging van de flexkabels te voorkomen.

  25. Plaats de zuignappen voor de reparatiehouder in de uitsparingen van de reparatiehouder.

    • Opmerking: Het symbool aan de onderkant van de houder toont de richting waarin je het beeldscherm omhoog moet kantelen, en aan welke kant je de zuignappen moet plaatsen.

  26. Kantel het beeldscherm richting de zuignappen. Druk op de bovenste en onderste randen van het beeldscherm om het beeldscherm aan de zuignappen te bevestigen.

    •  Voorzichtig

      • Zorg dat de interne beeldschermklemmen openstaan voordat je het beeldscherm omhoog kantelt, om schade aan de behuizing of het beeldscherm te voorkomen.

      • Beschadig de flexkabels niet als je het beeldscherm omhoog kantelt.

      • Druk niet op de achterkant van het beeldscherm.

  27. Gebruik een momentschroevendraaier en het MicroStix-bitje om twee trilobe-schroeven te verwijderen: één uit het afdekplaatje van de beeldschermconnector en één uit het afdekplaatje van de connector van de omgevingslichtsensor. Leg de schroeven aan de kant.

  28. Verwijder het afdekplaatje van de beeldschermconnector en het afdekplaatje van de connector voor de omgevingslichtsensor. Bewaar de afdekplaatjes om deze later weer te monteren.

  29. Til de uiteinden van de beeldschermflexkabel en de flexkabel van de omgevingslichtsensor uit de connectors.

  30. Houd het beeldscherm bij de randen vast. Trek aan de lipjes op de zuignappen om ze los te maken van het beeldscherm. Leg het beeldscherm vervolgens omlaag gericht op een schone, vlakke ondergrond.

  31. Haal de zuignappen uit de reparatiehouder.

  32. Gebruik de lijmsteker of het zwarte staafje om de lijm los te maken van de behuizing. Gebruik het ESD-veilige pincet om de lijm los te trekken. Herhaal deze procedure tot alle lijm van de rand van de behuizing is verwijderd.

    •  Voorzichtig: Raak de TrueDepth-cameramodule, aardingsveren of nabijgelegen onderdelen niet aan.

  33. Gebruik ethanol- of IPA-doekjes om alle lijmresten te verwijderen van de behuizing.

  34. Gebruik ethanoldoekjes of IPA-doekjes om alle lijmresten van de randen van het scherm te verwijderen.

    •  Voorzichtig

      • Raak geen andere delen van het beeldschermglas aan met de ethanol- of IPA-doekjes. Ethanol of isopropylalcohol kan het beeldscherm beschadigen en de beeldkwaliteit aantasten.

      • Gebruik de lijmsteker niet om het beeldscherm schoon te maken.

Montage

  1. Inspecteer de aardingsveren op de aangegeven locaties. Als een aardingsveer verbogen of beschadigd is, ga je verder met stap 2. Als dat niet het geval is, ga je verder met stap 6.

  2. Let op de richting van de aardingsveer die je gaat vervangen. Gebruik een ESD-veilig pincet om de verbogen of beschadigde aardingsveer vast te pakken. Gebruik een momentschroevendraaier en het MicroStix-bitje om de trilobe-schroef uit de aardingsveer te verwijderen.

  3. Identificeer de juiste vervangende aardingsveer aan de hand van het diagram.

    • Aardingsveren

      • 923-10034 (1)

      • 923-10033 (2)

      • 923-10035 (3)

      • 923-10036 (4)

      • 923-10037 (5)

  4. Gebruik een ESD-veilig pincet om de nieuwe aardingsveer op zijn plaats te zetten. Gebruik nu de zwarte momentschroevendraaier en het MicroStix-bitje om één nieuwe trilobe-schroef (923-10032) aan te brengen in de aardingsveer.

    • Opmerking: Voor de aardingsveer rechtsboven gebruik je twee trilobe-schroeven (923-10032).

  5. Als er nog meer aardingsveren verbogen of beschadigd zijn, herhaal je stap 2 tot en met 4 om ze te vervangen. Ga dan door naar stap 6.

  6. Inspecteer de interne beeldschermklemmen op schade voordat je aan de montage begint. Zorg dat de interne beeldschermklemmen onder een hoek van 90 graden staan en niet verbogen of beschadigd zijn.

    • Belangrijk

      • Als de interne beeldschermklemmen beschadigd zijn, moet je het beeldscherm mogelijk vervangen.

      • Als je een vervangend beeldscherm installeert, haal je de beschermfolie van de boven- en onderkant van het beeldscherm af.

  7. Zorg ervoor dat het rooster van de bovenste speaker twee schuimstukjes bevat, zoals afgebeeld. Als beide schuimstukjes aanwezig zijn, ga je door naar stap 11. Als een van de schuimstukjes ontbreekt, ga je verder met stap 8 om het rooster van de bovenste speaker terug te plaatsen.

  8. Gebruik een ESD-veilig pincet om het rooster van de bovenste speaker uit de behuizing te verwijderen. Gebruik de lijmsteker om alle lijmresten uit de behuizing te verwijderen.

  9. Verwijder de afdekstrip van de achterkant van het vervangende rooster van de bovenste speaker en zet dit op zijn plaats door het uit te lijnen met de uitsparing in de behuizing.

  10. Gebruik het zwarte staafje of het ESD-veilige pincet om het rooster op zijn plaats te tikken.

  11. Verwijder de afdekstrip van de boven- en onderkant van de plakstrip.

  12. Plaats de plakstrip van het vervangende beeldscherm op de behuizing. Zorg dat de bovenste gaten van de plakstrip zijn uitgelijnd met de TrueDepth-cameramodule.

    •  Voorzichtig: Zorg dat alle lijmresten van het beeldscherm en de behuizing zijn verwijderd voordat je de plakstrip van het vervangende beeldscherm aanbrengt.

  13. De plakstrip van het vervangende beeldscherm heeft een bovenste, een middelste en een onderste afdekstrip. Houd het lipje van de onderste afdekstrip vast. Trek de onderste afdekstrip vervolgens langzaam onder de plakstrip vandaan terwijl je de plakstrip op de behuizing drukt.

    • Belangrijk: Verwijder de bovenste afdekstrip nog niet.

      • Onderste afdekstrip (1)

      • Plakstrip (2)

    • Opmerking: De plakstrip van het vervangende beeldscherm van jouw model kan er anders uitzien dan de illustratie, maar de stappen zijn hetzelfde.

  14. Controleer of de beeldschermplakstrip goed op het vak van de behuizing ligt. Herhaal verwijderingsstappen 32 tot en met 34 als de plakstrip niet correct op de behuizing is aangebracht. Herhaal vervolgens montagestappen 1 tot en met 14 met een nieuwe plakstrip voor het beeldscherm.

  15. Plak met een zwart staafje de beeldschermplakstrip op de behuizing. Beweeg het zwarte staafje minimaal drie keer langs de rand van de behuizing om ervoor te zorgen dat de lijm gelijkmatig hecht.

    •  Voorzichtig

      • Beschadig het rooster van de bovenste speaker of de schuimstukjes niet. Als het rooster of de schuimstukjes beschadigd zijn, vervang je het rooster.

      • Raak de TrueDepth-cameramodule niet aan.

  16. Verwijder de bovenste afdekstrip zoals afgebeeld.

    • Belangrijk: Verwijder de middelste afdekstrip nog niet.

      • Bovenste afdekstrip

  17. Plaats de zuignappen in de reparatiehouder.

  18. Lijn de linkerrand van het beeldscherm uit met de linkerrand van de behuizing. Druk voorzichtig op de randen van het beeldscherm om het vast te maken aan de zuignappen.

    •  Voorzichtig: Druk niet op de achterkant van het beeldscherm.

  19. Druk de uiteinden van de beeldschermflexkabel en de flexkabel van de omgevingslichtsensor op de connectors. Druk gelijkmatig langs de lengte van de connectors.

  20. Plaats het afdekplaatje van de beeldschermconnector (1) en het afdekplaatje van de connector voor de omgevingslichtsensor (2) over de uiteinden van de flexkabels.

  21. Gebruik de zwarte momentschroevendraaier en het MicroStix-bitje om één nieuwe trilobe-schroef (923-10010) aan te brengen in het afdekplaatje van de beeldschermconnector (1) en één nieuwe trilobe-schroef (923-09853) in het afdekplaatje van de connector van de omgevingslichtsensor (2).

  22. Trek de eerste strip van de middelste afdekstrip (1) rechtsom los, te beginnen aan de onderzijde van de behuizing. Trek de tweede strip (2) linksom los, te beginnen rechtsonder op de behuizing. Trek nu de derde strip (3) rechtsom los, te beginnen linksonder op de behuizing.

    •  Voorzichtig: De derde strip van de middelste afdekstrip loopt onder twee flexkabels door. Beschadig de flexkabels niet terwijl je de afdekstrip verwijdert.

      • Middelste afdekstrip

  23. Inspecteer de schermplakstrip om te controleren of deze zich in de juiste positie bevindt en niet beschadigd of gekreukt is. Als de plakstrip beschadigd is, verwijder je deze en plaats je een vervangende plakstrip.

  24. Trek aan de lipjes op de zuignappen om ze los te maken van het beeldscherm. Kantel het beeldscherm omlaag zodat dit rust op de behuizing.

  25. Haal de zuignappen uit de reparatiehouder.

  26. Druk tegelijk op alle vier de hoeken van het beeldscherm. Druk vervolgens op de randen van het beeldscherm totdat het op zijn plaats klikt en het beeldscherm gelijk ligt met de behuizing.

    •  Voorzichtig: Controleer of de flexkabels niet vastzitten tussen het beeldscherm en de behuizing. Voel aan de randen van het beeldscherm om te controleren op afwijkingen of openingen. Als het beeldscherm niet vlak ligt, herhaal je de verwijderingsstappen 7 tot en met 34 en controleer je de flexkabels op schade. Herhaal vervolgens de montagestappen 1 tot en met 26.

  27. Plaats de reparatiehouder met de iPhone in de beeldschermpers. Trek de hendel omlaag totdat de beeldschermpers vergrendelt.

  28. Wacht tot je een piepsignaal van de beeldschermpers hoort en de timer op 0 staat. Trek de hendel omlaag (1) en trek de ontgrendelknop uit (2). Duw de hendel vervolgens omhoog (3).

  29. Verwijder de reparatiehouder uit de beeldschermpers.

  30. Gebruik de blauwe momentschroevendraaier en het Torx-beveiligingsbitje om twee nieuwe beveiligingsschroeven (één aan elke kant van de USB-C-connector) te plaatsen. Druk terwijl je de schroeven plaatst zachtjes op het beeldscherm bij de USB-C-connector.

    • Opmerking: Gebruik de juiste kleur schroeven voor het model.

      • Zwart (923-09817)

      • Blauw, groen, roze, geel (923-09818)

    •  Voorzichtig: Als de schroeven uitsteken, verwijder je ze en leg je ze opzij. Herhaal vervolgens stap 30 om een nieuwe set beveiligingsschroeven te plaatsen. Als de nieuwe schroeven nog steeds niet goed passen, herhaal je alle stappen voor verwijdering en montage.

  31. Maak de zijkanten van de iPhone schoon met een melaminespons.

    • Belangrijk: Als je verwijderingsstappen 1 tot en met 5 hebt voltooid, ga je verder met stap 32. Als je stap 1 tot en met 5 niet hoefde uit te voeren, ga je verder naar de waarschuwing aan het einde van dit gedeelte.

  32. Haal de iPhone uit de reparatiehouder.

  33. Leg de iPhone in de rechterbenedenhoek van de verstelbare verwarmde beeldschermpocket met de camera naar boven gericht en de USB-C-connector naar de onderkant van de pocket gericht.

  34. Druk op de aangegeven gebieden om de iPhone op zijn plaats te houden. Draai nu de knop aan de onderkant van de pocket rechtsom om de iPhone te fixeren.

    •  Voorzichtig: Draai de knop niet te vast.

    • Belangrijk: Zorg ervoor dat de iPhone precies midden tussen de messing strips aan de binnenkant van de pocket zit. Als dat niet het geval is, draai je de knop linksom om de strips losser te maken. Verwijder de iPhone en herhaal vervolgens stap 33 en 34.

  35. Plaats de verwarmde beeldschermpocket in de verwarmde schermdemontagehouder. Zet de houder niet aan.

  36. Pak de hendel vast en schuif de zuignap er recht uit totdat de rand van de zuignap gelijk ligt met de onderste rand van de glazen achterkant (1).

  37. Draai de knop op de houder rechtsom om de zuignap te laten zakken op de glazen achterkant (2). Zet nu de hendel van de zuignap naar beneden om de zuignap vast te zetten op de glazen achterkant (3).

    •  Voorzichtig: Laat de zuignap niet over de rand van de glazen achterkant hangen, anders kun je de iPhone beschadigen. Stop de reparatie als de iPhone beschadigd is. Je vindt de serviceopties op support.apple.com/nl-be/repair.

  38. Draai de knop op de houder langzaam linksom tot de glazen achterkant loskomt van de behuizing.

    • Belangrijk: Kantel de glazen achterkant niet meer dan 5 graden omhoog om beschadiging van de flexkabel van de glazen achterkant te voorkomen.

  39. Doe de hendel omhoog om de zuignap los te maken. Schuif nu voorzichtig het uiteinde van het zwarte staafje onder de rand van de zuignap om deze los te maken van de glazen achterkant.

  40. Druk op de uitwerpknop aan de zijkant van de pocket om de pocket los te maken van de houder.

  41. Draai de knop op de verstelbare verwarmde beeldschermpocket linksom totdat je de iPhone eruit kunt halen.

  42. Plaats de iPhone in de reparatiehouder met de camera omhoog en de USB-C-connector naar de uitsparing gericht. Leg de glazen achterkant opzij op een schone ondergrond.

  43. Verwijder de Kapton-tape van de connector van de batterijflexkabel.

    • Opmerking: Sluit de flexkabel van de batterij nog niet opnieuw aan.

  44. Voltooi alle montagestappen in het gedeelte Glazen achterkant. Lees daarna de volgende waarschuwing.

 Voorzichtig

  • Systeemconfiguratie is vereist als je de glazen achterkant, de batterij, de camera of het beeldscherm hebt vervangen. Configuratie TrueDepth-camera is vereist als je een vervangende TrueDepth-camera hebt geïnstalleerd. Meldingen op het toegangsscherm over iPhone-functies kun je negeren tot de configuratie is voltooid.

  • Nadat je alle verwijderings- en montagestappen hebt voltooid, start je de vereiste configuratie. Hoe je de configuratie start, hangt af van welk onderdeel of welke onderdelen je hebt vervangen.

    • Als je de glazen achterkant, de batterij, de camera of het beeldscherm hebt vervangen, start je Systeemconfiguratie door het apparaat in de diagnostische modus te zetten. Tik op 'Start sessie' en volg de aanwijzingen op het scherm.

      • Je krijgt één poging om Systeemconfiguratie te voltooien. Als je poging wordt onderbroken of geannuleerd of als er een fout optreedt, geeft het apparaat een bericht weer waarin je wordt gevraagd contact op te nemen met de mensen van de Zelfservice-reparatiewinkel voor hulp.

    • Als je de TrueDepth-camera hebt vervangen, heb je het volgende nodig:

      • Een Mac met de nieuwste versie van Apple Service-hulpprogramma (ASU). Je moet ook de bronbestanden 'iPhone-reparatie – TrueDepth-camera' installeren. Deze staan in het venster 'Bronbestanden' van Apple Service-hulpprogramma.

      • Het apparaat moet de nieuwste versie van iOS gebruiken.

      • Internettoegang

      • Een USB‑C-oplaadkabel

      • Op support.apple.com/self-service-repairlees je hoe je de procedure 'Configuratie TrueDepth-camera' start nadat je Apple Service-hulpprogramma op een Mac hebt geïnstalleerd.

Publicatiedatum: