OS X Server (Mountain Lion): schijfkopieën maken voor NetInstall, NetRestore en NetBoot
U kunt OS X met behulp van NetInstall- of NetRestore-schijfkopieën installeren via een netwerk met de NetInstall-voorziening van OS X Server. U kunt ook clientsystemen opstarten via het netwerk vanaf een gestandaardiseerde installatie van OS X met behulp van NetBoot-schijfkopieën.
Lees hier hoe u schijfkopieën maakt die ondersteuning bieden voor de hardware die door clientsystemen wordt gebruikt.
Macs worden geleverd met een specifieke versie van OS X. U kunt de versie en build van het besturingssysteem zien door de stappen in dit artikel uit te voeren.
Als de versie en build van een Mac nieuwer zijn dan de versie en build van het besturingssysteem dat in de Mac App Store beschikbaar is, moet u de build gebruiken die specifiek is voor de Mac en waarmee deze is geleverd om een schijfkopie te maken voor die hardware. Hiervoor voert u deze stappen uit:
Optioneel: start het clientsysteem in de modus Internet Recovery en herstel het besturingssysteem.
Optioneel: nadat u de software van het clientsysteem hebt hersteld, kunt u gebruikersaccounts aanmaken, extra software installeren en alle gewenste wijzigingen aan een schijfkopie aanbrengen.
Verbind het clientsysteem met een beheerderssysteem via de doelschijfmodus.
Op het beheerderssysteem opent u Schijfkopiehulpprogramma in de map /System/Library/CoreServices.
De schijf van het clientsysteem verschijnt als een bron in Schijfkopiehulpprogramma en kan worden gebruikt om een NetRestore- of NetBoot-schijfkopie te maken. Selecteer deze en ga door met het maken van de schijfkopie.
Als een Mac is geleverd met een versie en build die ouder zijn dan de versie en build van het besturingssysteem dat in de Mac App Store beschikbaar is, kunt u de versie van de Mac App Store gebruiken om een schijfkopie te maken die op de Mac werkt door de volgende stappen uit te voeren:
Zorg ervoor dat het clientsysteem voldoet aan de vereisten voor de OS X-versie die u vanaf de Mac App Store gaat downloaden.
Op een beheerderssysteem logt u in bij de Mac App Store en downloadt u de nieuwste versie van OS X die beschikbaar is.
Open Schijfkopiehulpprogramma in de map /System/Library/CoreServices.
De gedownloade versie van OS X verschijnt als een bron in Schijfkopiehulpprogramma die kan worden gebruikt om een NetInstall-, NetRestore- of NetBoot-schijkopie te maken. Selecteer deze en ga door met het maken van de schijfkopie.
Voorbeeld
In het volgende voorbeeld is OS X gedownload vanaf de Mac App Store op een beheerderssysteem en een Mac mini (eind 2012) met de meegeleverde build is via de doelschijfmodus verbonden. Nadat u Schijfkopiehulpprogramma hebt geopend op het beheerderssysteem, verschijnen zowel het programma Installeer OS X Mountain Lion als het volume van de Mac mini als bron die kan worden gebruikt om schijfkopieën te maken. De OS X-versie die wordt geïnstalleerd door het programma Installeer OS X Mountain Lion is v10.8.2 en de build is 12C60:
De OS X-versie op het volume van de Mac mini is ook 10.8.2 maar de build is 12C2034:
Aangezien 12C2034 nieuwer is dan 12C60, moet u een schijfkopie voor andere Mac mini’s (eind 2012) maken die zijn geleverd met build 12C2034 met behulp van het verbonden volume en niet met het programma Installeer OS X Mountain Lion. Als de in de Mac App Store beschikbare build nieuwer zou zijn dan 12C2034, zou het programma Installeer OS X Mountain Lion kunnen worden gebruikt als bron om schijfkopieën te maken voor systemen die worden geleverd met build 12C2034.
Meer informatie
Zorg ervoor dat u alleen een volume gebruikt dat een installatie van OS X of een vanaf de Mac App Store gedownloade OS X-versie bevat, als bron voor een schijfkopie in Schijfkopiehulpprogramma. Opmerking: het bestand InstallESD.dmg mag niet onmiddellijk na de installatie van OS X of bij het aanmaken van een schijfkopie worden gebruikt omdat dit tot onverwachte resultaten kan leiden.