OS X: Snellere inlogtijden voor clients die zijn aangesloten bij Active Directory-domeinen die eindigen op .local
Het gebruik van een .local Active Directory-domein is in strijd met de Bonjour-service van Apple en kan leiden tot inlogvertragingen voor netwerkgebruikers. Je kunt ook vertragingen opmerken wanneer je OS X-clients aansluit bij Active Directory.
Als je OS X Yosemite gebruikt, raadpleeg je "als je domeinen eindigend op .local" niet kunt oplossen of hiermee kunt verbinden in plaats van dit artikel.
Voor mitigatie van dit gedrag zijn DNS-wijzigingen aan de server- en clientzijde vereist.
Aanpassingen aan de serverzijde
Maak aan de serverzijde foward (AAAA) en reverse (PTR) IPv6-records aan op elke DNS-naamserver voor alle Active Directory-domeincontrollers. Er moet een IPv6-reversezone worden aangemaakt om de PTR-records te bewaren. De specifieke instructies voor het aanmaken van deze records zijn afhankelijk van de DNS-server.
Raadpleeg bijvoorbeeld de volgende Microsoft Support-artikelen als je een Microsoft Windows 2008 DNS-server gebruikt:
"Een bronrecord van een host (A or AAAA) aan een zone toevoegen" beschrijft het aanmaken van AAAA-records voor een Microsoft Windows 2008 DNS-naamserver.
"Een reverse-lookupzone maken" beschrijft hoe je een IPv6-reversezone maakt voor een Microsoft Windows 2008 DNS-naamserver.
"Een pointer (PTR)-bronrecord aan een reverse-lookupzone toevoegen" beschrijft het aanmaken van PTR-records voor een Microsoft Windows 2008 DNS-naamserver.
Als er geen IPv6-adresruimte tot stand is gebracht, kunnen zelf geselecteerde, unieke lokale IPv6-adressen worden gebruikt. De IETF heeft hiervoor de adresruimte FD00::/8 ontworpen. Adressen in deze ruimte zijn niet wereldwijd routeerbaar en zijn geschikt voor interne netwerken.
Aanpassingen aan de clientzijde
Voeg aan de clientzijde het .local Active Directory-domein toe aan het veld DNS-zoekdomeinen:
Choose Apple-menu () > Systeemvoorkeuren > Netwerk.
Selecteer de juiste interface aan de linkerkant (ingebouwd Ethernet of WiFi).
Klik rechtsonder op Geavanceerd.
Klik op het tabblad DNS op de knop + en voeg vervolgens de naam van het .local Active Directory-domein toe.
Herhaal dit proces voor alle interfaces die in gebruik zijn wanneer ze niet met het Active Directory-netwerk verbonden zijn.
Informatie over producten die niet door Apple zijn gemaakt of externe websites die niet door Apple worden beheerd of getest, wordt verstrekt zonder aanbeveling of goedkeuring. Apple aanvaardt geen aansprakelijkheid wat betreft de keuze, de prestaties of het gebruik van websites of producten van derden. Apple doet geen enkele toezegging met betrekking tot de juistheid of de betrouwbaarheid van websites van derden. Neem contact op met de leverancier voor meer informatie.