Over Active Directory-namen in macOS

Wanneer je een macOS-client koppelt aan Active Directory, gebruikt je namen die voldoen aan deze standaarden.

Om ervoor te zorgen dat de computer gekoppeld wordt aan Systeemvoorkeuren, Adreslijsthulpprogramma of dsconfigad, gebruik je computernamen die:

• minder dan 16 tekens lang zijn.

• alleen alfanumerieke tekens (A–Z, a–z), cijfers (0–9), - (streepje) en/of _ (onderstrepingstekens) bevatten.

Voer geen langere computernaam of ongeldige tekens in. Als je dat wel doet, wordt een client mogelijk niet gekoppeld aan Active Directory. Of macOS wordt mogelijk gekoppeld aan Active Directory met een ingekorte computernaam.

Het onderstrepingsteken kan worden gebruikt voor hostnamen, maar mag niet worden gebruikt in een DNS-domeinnaam. Als een Active Directory-domeinnaam een onderstrepingsteken bevat, werken de koppeling en de voorzieningen niet.