MacBook Pro (13-inch, M1, 2020) - Touch ID-kaart

Voordat je begint

Verwijder de volgende onderdelen voordat je begint:

Opmerking: Om toegang te krijgen tot de Touch ID-kaart, voer je eerst stappen 1 tot en met 3 voor het verwijderen van de geluidskaart uit.

Gereedschap

  • EarPods met koptelefoonaansluiting van 3,5 mm

  • ESD-veilig pincet

  • Kapton-tape

  • Nylon sonde (zwart staafje)

  • Torx T3-schroevendraaier

  • Uitlijningsset voor Touch ID

 Voorzichtig

Voor deze procedure is Systeemconfiguratie vereist. Nadat je alle stappen voor verwijdering en montage hebt voltooid, lees je hoe je het proces voor Systeemconfiguratie kunt starten.

Belangrijk

Voor deze procedure kan een set opvulstukjes voor de Touch ID-kaart nodig zijn. Deze set wordt alleen geleverd bij een vervangende Touch ID-kaart. Dit onderdeel kan niet apart worden besteld.

Verwijderen

  1. Gebruik het zwarte staafje om de flexkabel van de Touch ID-kaart los te maken van de geluidskaart.

  2. Gebruik een ESD-veilig pincet om de plakstrip op de flexkabel van de Touch ID-kaart los te maken.

  3. Gebruik de T3-schroevendraaier om de twee T3-schroeven (923-05242) te verwijderen uit de geluidskaart.

  4. Til de geluidskaart net ver genoeg uit de bovenbehuizing om bij het flexibele afdekplaatje en de schroef van de Touch ID-kaart te kunnen.

  5. Gebruik de T3-schroevendraaier om de zes T3-schroeven te verwijderen uit het flexibele afdekplaatje van de Touch ID-kaart:

    • (923-05264) (4) (hoeken)

    • (923-05265) (2) (midden)

    • Belangrijk: Noteer de locatie van de vier schroeven in de hoeken en de twee middelste schroeven, evenals de richting van het flexibele afdekplaatje van de Touch ID-kaart. Dit is handig als je deze onderdelen weer gaat terugplaatsen.

  6. Gebruik een ESD-veilig pincet om het flexibele afdekplaatje van de Touch ID-kaart te verwijderen uit de bovenbehuizing. Bewaar het afdekplaatje om het later weer te monteren.

  7. Open het beeldscherm en zet de computer op zijn kant.

  8. Ondersteun de Touch ID-kaart terwijl je de flexkabel van de Touch ID-kaart door de opening in de sleuf trekt, zoals aangegeven. Verwijder de Touch ID-kaart via de toetsenbordkant van de bovenbehuizing.

    • Belangrijk

      • Als de Touch ID-kaart vóór verwijdering niet goed werkte of als het opvulstukje eruit valt bij het verwijderen van de Touch ID-kaart, ga je verder met stap 9 om het opvulstukje te vervangen.

      • Zorg dat het werkoppervlak goed schoon is. Onder de Touch ID-kaart zit het Touch ID-opvulstukje, dat bestaat uit een klein rond onderdeel. Als het eruit valt, kun je het makkelijker terugvinden op een schone ondergrond.

      • Als je het bestaande Touch ID-opvulstukje gebruikt, ga je verder met montagestap 1.

  9. Zet de computer weer rechtop. Open het ESD-veilige pincet en gebruik één punt om het opvulstukje te verwijderen uit de ronde uitsparing onder de Touch ID-kaart.

    • Opmerking: er zit een beetje lijm op het opvulstukje en daardoor kan het vast blijven zitten aan de bovenbehuizing.

Montage

  1. Zet de computer recht en laat het beeldscherm open.

    •  Voorzichtig: Leg de computer op een schoon oppervlak om beschadiging van interne onderdelen te voorkomen.

    • Belangrijk: Als je het Touch ID-opvulstukje vervangt, volg je montagestappen 2 tot en met 4. Als je het bestaande opvulstukje gebruikt, ga je verder met stap 5.

  2. Gebruik een ESD-veilig pincet om het middelgrote Touch ID-opvulstukje uit de set met opvulstukjes te halen.

    • Opmerking: het opvulstukje is zwart aan de kant met de lijm en zilverkleurig aan de andere kant.

  3. Lijn het Touch ID-opvulstukje uit in de ronde uitsparing in de bovenbehuizing met de zwarte kant naar beneden.

  4. Druk lichtjes op het Touch ID-opvulstukje om het aan de bovenbehuizing te bevestigen.

  5. Plaats twee Y-vormige uitlijningsstukken in de Touch ID-opening in de bovenbehuizing, zoals in de afbeelding. Zet de stukken in de hoeken vast met Kapton-tape.

  6. Zet de computer op zijn kant.

  7. Voer de flexkabel van de Touch ID-kaart door de sleuf in de bovenbehuizing, zoals aangegeven. Plaats de Touch ID-kaart vervolgens in de opening in de bovenbehuizing.

  8. Houd de Touch ID-knop op zijn plaats als je het beeldscherm sluit. Leg de computer met het beeldscherm naar beneden.

  9. Gebruik een ESD-veilig pincet om het flexibele afdekplaatje van de Touch ID-kaart te plaatsen zoals aangegeven.

  10. Gebruik de T3-schroevendraaier om de vier T3-schroeven voor de hoeken (923-05264) (1) terug te plaatsen. Gebruik vervolgens de T3-schroevendraaier om de twee middelste T3-schroeven (923-05265) (2) iets aan te draaien.

    • Opmerking: De kleur van de schroeven kan variëren.

  11. Druk op de Touch ID-knop om te controleren of deze klikt.

  12. Gebruik de T3-schroevendraaier om de twee middelste schroeven helemaal aan te draaien. Controleer nu of de Touch ID-knop nog steeds klikt wanneer je erop drukt.

    • Belangrijk

      • Als de Touch ID-knop te los aanvoelt of niet klikt, herhaal je stappen 1 tot en met 5 onder 'Verwijderen'. Voer vervolgens de montagestappen 1 tot en met 12 opnieuw uit met een groter Touch ID-opvulstukje.

      • Als de Touch ID-knop te stijf aanvoelt of niet beweegt, herhaal je stappen 1 tot en met 5 onder 'Verwijderen'. Voer vervolgens de montagestappen 1 tot en met 12 opnieuw uit met een kleiner Touch ID-opvulstukje.

  13. Zet de computer rechtop met het beeldscherm open.

  14. Verwijder de Kapton-tape en de Y-vormige uitlijningsstukken.

  15. Kijk van boven op de Touch ID-sensor. De ruimten aan weerszijden moeten gelijk zijn en de Touch ID-sensor moet gelijk liggen met de Touch Bar. Als de ruimten niet gelijk zijn, herhaal je montagestappen 5 tot en met 14.

  16. Voltooi voor de geluidskaart montagestappen 2 tot en met 8.

  17. Druk voorzichtig met het zwarte staafje in de lengterichting op de flexkabel van de geluidskaart zodat deze vastplakt aan de ventilator.

Plaats de volgende onderdelen terug om de montage te voltooien:

 Voorzichtig

Nadat je alle stappen voor verwijdering en montage hebt voltooid, lees je hoe je het proces voor Systeemconfiguratie kunt starten.

Publicatiedatum: