Sommige Apple producten hebben sensors die reageren op temperatuurwijzigingen in het systeem of apparaat en ventilatoren inschakelen om een koele luchtstroom naar essentiële componenten te leiden.
Ventilatorgeluid
Als het apparaat bezig is met het verwerken van intensieve taken, zoals het comprimeren van een HD-video, het spelen van een game met zware grafische componenten of het indexeren van de harde schijf met Spotlight na het migreren van gegevens, draaien de ventilatoren sneller om een extra luchtstroom te creëren. Je hoort dan misschien geluid van de ventilatoren, zeker in een stille omgeving. Dit ruisende geluid is normaal voor het koelproces.
De omgevingstemperatuur (de temperatuur buiten het apparaat) heeft ook invloed op de manier waarop de ventilatoren reageren. Als de omgevingstemperatuur hoog is, gaan de ventilatoren eerder en sneller draaien. Meer informatie over de bedrijfstemperatuur van Apple laptopcomputers.
Zorg dat de ventilatieopeningen van het Apple product niet worden geblokkeerd
Sommige Apple producten hebben ventilatieopeningen waarlangs de ventilatoren koele lucht aanzuigen en hete lucht afvoeren. Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet worden geblokkeerd zodat het apparaat de beste prestaties kan leveren.
Om de temperatuur optimaal onder controle te houden, is het beter om het apparaat op een harde, vlakke ondergrond te gebruiken, zoals een tafel of een bureaublad. Als je het apparaat gebruikt op een zachte ondergrond, zoals een bank, kussen of bed, of op schoot, slaan de ventilatoren mogelijk vaker aan.
Controleren op onverwacht intensief gebruik van de ventilator
Als de ventilatoren in het apparaat ook snel draaien als het niet intensief wordt gebruikt en de ventilatie in orde is, volg je de onderstaande stappen voor jouw apparaat:
- Op een Intel-Mac: stel de System Management Controller (SMC) opnieuw in
- Op een Mac-computer met Apple silicon: doe de klep van de laptop dicht en weer open of herstart de computer.
- Op een Apple TV 4K, AirPort Extreme of AirPort Time Capsule: haal de stekker uit het stopcontact en steek deze er weer in.
- Op een Mac Pro: controleer de behuizing om er zeker van te zijn dat de Mac Pro vergrendeld is en goed gesloten is. Controleer bij rackmodellen of de afdekking of toegangsklep goed gesloten en vergrendeld is.