Gebruikershandleiding Pages voor de Mac
- Welkom
-
- Het lettertype of de lettergrootte wijzigen
- Een standaardlettertype instellen
- Vet, cursief, onderstrepen en doorhalen
- De kleur van tekst wijzigen
- Een schaduw of contour aan tekst toevoegen
- Hoofdlettergebruik van tekst wijzigen
- Tekststijlen kopiëren en plakken
- Een markering toevoegen aan tekst
- Koppeltekens, streepjes en aanhalingstekens opmaken
-
- Een document versturen
- Een boek op Apple Books publiceren
-
- Informatie over samenwerking
- Anderen uitnodigen om samen te werken
- Samenwerken aan een gedeeld document
- De nieuwste activiteit in een gedeeld document bekijken
- De instellingen van een gedeeld document wijzigen
- Een document niet meer delen
- Gedeelde mappen en samenwerking
- Box gebruiken om samen te werken
-
- iCloud Drive gebruiken in Pages
- Exporteren naar Word, pdf of een andere bestandsstructuur
- Een iBooks Author-boek openen in Pages
- Een document kleiner maken
- Een groot document als pakketbestand bewaren
- Een eerdere versie van een document herstellen
- Een document verplaatsen
- Een document verwijderen
- Een document vergrendelen
- Een document met een wachtwoord beveiligen
- Aangepaste sjablonen aanmaken en beheren
- Copyright
Tekst invoeren met de dicteerfunctie in Pages op de Mac
Plaats het invoegpunt op de positie waarop je wilt beginnen met dicteren, of selecteer de tekst die je wilt vervangen (klik op een plaatsaanduiding voor tekst om deze te selecteren).
Kies 'Wijzig' > 'Start dicteerfunctie' (uit het Wijzig-menu boven in het scherm).
Als je de dicteerfunctie nog niet eerder hebt gebruikt, volg je de configuratie-instructies die verschijnen.
Wanneer de dicteerfunctie is geconfigureerd, kun je ook de taal wijzigen of de toetscombinatie waarmee je de functie activeert. Om de instellingen voor de dicteerfunctie te wijzigen, voer je een van de volgende stappen uit:
macOS Ventura 13 of nieuwer: Kies Apple-menu > 'Systeeminstellingen' > 'Toetsenbord' en wijzig de gewenste instellingen.
macOS 12 of ouder: Kies Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' > 'Toetsenbord' > 'Dicteren' en wijzig de gewenste instellingen.
Zodra de microfoon verschijnt, kun je beginnen met spreken.
Om interpunctie toe te voegen, spreek je de naam van een teken uit (bijvoorbeeld komma of apostrof).
Klik op 'Gereed' onder de microfoon als je klaar bent.
Voor meer informatie over de dicteerfunctie klik je op het bureaublad om naar de Finder te gaan en kies je 'Help' > 'macOS Help' (uit het Help-menu boven in het scherm). Zoek vervolgens op "dicteerfunctie".