Siri activeren
Opmerking: Om Siri te kunnen gebruiken, heb je een internetverbinding nodig.
Om Siri te activeren op je Mac, voer je een of meer van de volgende stappen uit:
Houd ingedrukt als deze beschikbaar is in de rij met functietoetsen. Of gebruik de sneltoets die is ingesteld in de Siri-voorkeuren.
Opmerking: Houd ingedrukt om Siri te activeren. Druk op om de dicteerfunctie te starten.
Klik op 'Siri' in de knoppenbalk. Als dit niet wordt weergegeven, kun je het toevoegen via het paneel 'Dock en menubalk' in Systeemvoorkeuren.
Tik op 'Siri' in de Touch Bar (als je Mac een Touch Bar heeft).
Zeg "Hé, Siri" (als dit is ingeschakeld in de Siri-voorkeuren. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer deze wordt ondersteund door je Mac, beeldscherm of koptelefoon).
Zie het Apple Support-artikel Apparaten die "Hé, Siri" ondersteunen om te controleren of je "Hé, Siri" kunt gebruiken op je apparaat.