De werking van het trackpad wijzigen
Als je een trackpad gebruikt, kun je verschillende dingen doen om de werking ervan te wijzigen. Zo kun je de snelheid wijzigen waarmee de aanwijzer op het scherm beweegt als je je vinger over het trackpad verplaatst. Daarnaast kun je de bewegingen die je bij je trackpad gebruikt, naar wens aanpassen.
De beschikbare opties zijn afhankelijk van de Mac die je gebruikt. Zo kun je alleen op bepaalde computers drie vingers gebruiken om te vegen.
Kies Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' en klik op 'Trackpad'.
Selecteer opties voor aanwijzen en klikken (afhankelijk van de Mac die je gebruikt, zie je slechts enkele van deze opties):
Opzoeken en datadetectie: Selecteer deze optie om snel een woord op te zoeken of om snelle handelingen met bepaalde typen gegevens uit te voeren, zoals datums en adressen. Vervolgens kies je 'Klikken met extra druk met één vinger' of 'Tikken met drie vingers'.
Secundair klikken: Selecteer deze optie en kies 'Klikken met twee vingers', 'Klikken in rechterbenedenhoek' of 'Klikken in linkerbenedenhoek' om secundair (of met de Control-toets ingedrukt) op onderdelen op het scherm te klikken.
Tikken om te klikken: Als je deze optie selecteert, staat met één vinger tikken op het trackpad gelijk aan klikken.
Opzoeken: Selecteer deze optie om met drie vingers dubbel te tikken op een woord om dit op te zoeken in het woordenboek.
Snelheid aanwijzer: Sleep de schuifknop om de snelheid in te stellen waarmee de aanwijzer over het scherm beweegt.
Stil klikken: Selecteer deze optie om het klikgeluid uit te schakelen op een Force Touch-trackpad.
Klikken met extra druk en haptische feedback: Schakel deze optie in om op een Force Touch-trackpad met extra druk op een onderdeel te klikken om een actie uit te voeren. (Druk hiervoor met extra druk op het trackpad totdat je een diepere klik voelt.) Je kunt bijvoorbeeld met extra druk op een bestand in de Finder klikken om het bestand in een venster van Snelle weergave weer te geven. Als je dit aankruisvak inschakelt, voel je bovendien tactiele feedback wanneer je objecten uitlijnt in bepaalde programma's, zoals Voorvertoning.
Selecteer opties voor scrollen en zoomen (afhankelijk van de Mac die je gebruikt, zie je slechts enkele van deze opties):
Scrolrichting: natuurlijk: Selecteer deze optie om de inhoud van een venster in dezelfde richting te verplaatsen als je vingers bewegen.
In- of uitzoomen: Selecteer deze optie om in te zoomen door twee vingers samen te knijpen of om uit te zoomen door twee vingers te spreiden.
Slim zoomen: Selecteer deze optie om met twee vingers dubbel te tikken om in of uit te zoomen.
Roteren: Selecteer deze optie om met twee vingers onderdelen te roteren op het scherm.
Selecteer meer bewegingen (afhankelijk van de Mac die je gebruikt, zie je slechts enkele van deze opties):
Vegen tussen pagina's: Selecteer deze optie en kies 'Links/rechts scrollen met twee vingers', 'Vegen met drie vingers' of 'Vegen met twee of drie vingers' om tussen pagina's in een document te schakelen.
Vegen tussen schermvul. apps: Selecteer deze optie en kies 'Naar links of rechts vegen met drie vingers' of 'Naar links of rechts vegen met vier vingers' om in de schermvullende weergave van het ene naar het andere programma te gaan.
Berichtencentrum: Selecteer deze optie als je het berichtencentrum wilt weergeven door vanaf de rechterrand van het trackpad naar links te vegen.
Mission Control: Selecteer deze optie en kies 'Omhoog vegen met drie vingers' of 'Omhoog vegen met vier vingers' om Mission Control te openen.
Programma-exposé: Selecteer deze optie en kies vervolgens 'Omlaag vegen met drie vingers' of 'Omlaag vegen met vier vingers' om Exposé te gebruiken.
Launchpad: Selecteer deze optie om Launchpad weer te geven door je duim en drie vingers samen te knijpen.
Toon bureaublad: Selecteer deze optie en spreid je duim en drie vingers om het bureaublad van je computer weer te geven.