Introductie tot Smart Controls in GarageBand op de Mac
Bij gebruik van Smart Controls kun je het geluid van het geselecteerde spoor regelen met behulp van regelaars op het scherm. Met Smart Controls kun je de instellingen van zowel software-instrumenten (op sporen voor software-instrumenten) als effecten (op audiosporen, sporen voor software-instrumenten en Drummer-sporen) regelen.
Met elke Smart Control stuur je verschillende schermregelaars aan. Door één schermregelaar anders in te stellen kun je een of meer aspecten van het geluid wijzigen. De schermregelaars hebben labels, zodat je weet welk aspect van het geluid ermee wordt beïnvloed.
De Smart Controls omvatten over het algemeen EQ- of toonregelaars, regelaars voor galm en andere effecten en regelaars die specifiek zijn voor het type spoor of instrument. Zo kan een Smart Control voor een synthesizer bijvoorbeeld schermregelaars omvatten voor het kiezen van de golfvorm en het aanpassen van de resonantie en filter-cutoff, terwijl een Smart Control voor een snaarinstrument regelaars voor het aanpassen van de articulatie kan bieden.
Wanneer je een opname maakt van een software-instrument, worden ook alle bewegingen van de schermregelaars opgenomen. Deze kun je bewerken in de pianorol-editor. Zie Automatisering gebruiken in de pianorol-editor in GarageBand op de Mac voor meer informatie.
In het paneel 'Smart Controls' kun je ook plug-ins toevoegen of bewerken en de volgorde ervan wijzigen. Dit geldt ook voor Audio Units-plug-ins die op je computer zijn geïnstalleerd.
Op een Mac met een Touch Bar kun je de Touch Bar gebruiken om de schermregelaars van het geselecteerde spoor aan te passen.
Het paneel 'Smart Controls' openen
Selecteer in GarageBand op de Mac een spoor en klik op de knop 'Smart Controls' in de regelbalk.
Voor audiosporen kun je de opname-instellingen wijzigen, het stemapparaat openen en de Amp Designer-, Bass Amp Designer- en Pedalboard-plug-in openen. Bij sporen voor software-instrumenten kun je de keyboardgevoeligheid instellen en met de Arpeggiator werken.
Zie Typen Smart Controls in GarageBand op de Mac voor informatie over het gebruik van Smart Controls in combinatie met patches voor software-instrumenten.
Zie Effectplug-ins toevoegen en wijzigen in GarageBand op de Mac voor informatie over het gebruik van effecten.
Zie Werken met het EQ-effect in GarageBand op de Mac voor informatie over het gebruik van het EQ-effect.
Zie Introductie tot versterkers en pedalen in GarageBand op de Mac voor informatie over de Amp Designer-, Bass Amp Designer- en Pedalboard-plug-in.
Zie Werken met de Arpeggiator in GarageBand op de Mac voor informatie over het gebruik van de Arpeggiator.
Zie Een microfoon aansluiten voor gebruik met GarageBand op de Mac en Een elektrische gitaar aansluiten voor gebruik met GarageBand op de Mac voor informatie over het instellen van de invoerbron en het inschakelen van de monitor voor audiosporen.
Zie Software-instrumenten bespelen in GarageBand op de Mac voor informatie over de keyboardgevoeligheid.