
MDM-servers (Mobile Device Management) toevoegen in Apple School Manager
In Apple School Manager moet je ten minste één server aanmaken voor Mobile Device Management (MDM) voordat je begint met het toewijzen van apparaten. Voordat je je server opzet, lees je eerst de onderstaande informatie over certificaten, beveiliging en naamgeving door.
MDM-serverbeveiliging
Iedere server die je opzet moet bij Apple bekend zijn en moet via een twee‑staps‑verificatieproces geautoriseerd zijn. Het verificatieproces houdt in dat je een token aanmaakt en op je MDM-server installeert. Het certificaat versleutelt de Apple School Manager-token. Meer informatie over hoe je de token overzet, vind je in de documentatie van je MDM-leverancier.
MDM-servernamen
Wanneer je een server een naam geeft, dan hoef je niet de volledig gekwalificeerde domeinnaam te gebruiken. Je kunt bijvoorbeeld een naam kiezen gebaseerd op een bepaald gebouw, locatie, ruimte of functietitel (maar je kunt niet dezelfde naam voor meerdere servers gebruiken). De volgende namen kun je ook niet gebruiken voor je MDM-servers:
Niet-toegewezen
Opnieuw toegewezen
MDM-servercertificaten
Voor iedere MDM-server die je wilt toevoegen, moet je eerst het certificaat met de openbare sleutel (deze eindigt op .pem of .der) van je MDM-leverancier ontvangen. Zie de MDM-leveranciersdocumentatie voor informatie over het ontvangen van het certificaat met de openbare sleutel voor een server.
Servertokens verlopen na één jaar en moeten dan vervangen worden. Afhankelijk van de MDM-leverancier krijg je al dan niet een melding dat een token bijna verlopen is. Ruim voordat een token gaat verlopen, moet je inloggen op Apple School Manager, opnieuw een token voor de MDM-server genereren, deze downloaden en naar de MDM-server overzetten om het direct te installeren. Zie de documentatie van je MDM-leverancier voor informatie over hoe je de token overzet.
MDM-servers (Mobile Device Management) toevoegen
In Apple School Manager
log je in met een account die de rol van beheerder, systeembeheerder of apparatenmanager heeft.
Klik op 'Instellingen' onder in de navigatiekolom en klik vervolgens op 'Instellingen voor apparaatbeheer'
onder 'Organisatie-instellingen'.
Klik op
en voer een unieke naam in voor de server.
Als je niet wilt dat deze MDM-server apparaten kan vrijgeven, bekijk dan Apparaten vrijgeven.
Upload het certificaat met de openbare sleutel en klik op 'Bewaar'.
Klik op
en klik vervolgens op 'Download servertoken'.
Je moet de servertoken uploaden naar een specifieke MDM-oplossing. Raadpleeg de documentatie van je MDM-leverancier om deze stap te voltooien.
Herhaal stap 1 t/m 5 voor alle andere MDM-servers die je wil toevoegen.