iPhone 15 Plus - Camera

Voordat je begint

Waarschuwing

• Lees Batterijveiligheid en volg de richtlijnen voor werkplekken en de omgang met batterijen voordat je begint.

Belangrijk

Als de iPhone een mmWave-antenne heeft, moet je een extra flexkabel loskoppelen. Kijk aan de zijkant van de iPhone om te bepalen of deze een mmWave-antenne heeft.

Voorzichtig

• Voor deze procedure is Systeemconfiguratie vereist. Nadat je alle verwijderings- en montagestappen hebt voltooid, volg je de instructies om Systeemconfiguratie te starten.

• Raak de cameralenzen, aardingsveren van de TrueDepth-camera of nabijgelegen onderdelen niet aan.

Verwijderen

1. Plaats de behuizing in de reparatiehouder met de USB-C-connector naar de uitsparing gericht.

2. Doe de handschoenen aan om verontreiniging van de cameralenzen te voorkomen.

3. Gebruik de instelbare momentschroevendraaier met het JCIS-bitje voor instelbare momentschroevendraaiers om de drie kruiskopschroeven van het afdekplaatje van de camera te verwijderen. Leg de schroeven aan de kant.

   •   Voorzichtig: Raak de lenzen van de camera niet aan.

   

4. Til de uiteinden van de twee flexkabels van de camera uit de connectors.

   • Belangrijk: Als de iPhone een mmWave-antenne heeft, til je het uiteinde van de mmWave-antenneflexkabel van de connector, zoals aangegeven met een stippellijn.

   

5. Gebruik het zwarte staafje om de plakstrip tussen de onderste flexkabel van de camera en de cameraholte goed los te maken.

   

6. Verwijder de cameradop en gebruik nu het zwarte staafje of een ESD-veilig pincet om de bovenzijde van de camera omhoog te kantelen. Verwijder de camera uit de behuizing.

   • Belangrijk: Als de iPhone een mmWave-antenne heeft, til je de flexkabel van de mmWave-antenne op en schuif je deze een klein stukje opzij. Gebruik nu een ESD-veilig pincet om de camera en de flexkabels van de camera uit de behuizing te tillen.

   •  Voorzichtig

     • Zet de cameradop terug op de camera als je van plan bent deze opnieuw te installeren.

     • De mmWave-antenne blijft in de behuizing. Verwijder deze niet.

       

Montage

Voorzichtig

Om verontreiniging van de lenzen te voorkomen, mag je de cameradop of de beschermende lensdoppen pas verwijderen op het moment dat je de camera in de behuizing gaat plaatsen.

1. Doe de handschoenen aan om verontreiniging van de cameralenzen te voorkomen.

2. Plaats de camera in de behuizing met de lenzen naar boven gericht. Zet de cameradop op de camera.

   • Belangrijk: Controleer of de flexkabels van de camera in de gleuf tussen de batterij en cameraholte liggen.

     

   • Belangrijk: Controleer of de aardingsveer van de camera niet gebroken of verbogen is. Als dat wel het geval is, vervang je de camera.

     

   • Belangrijk: Als de iPhone een mmWave-antenne heeft, zorg er dan voor dat de flexkabel van de mmWave-antenne zich tussen de zijwand van de camera en de flexkabels van de camera bevindt.

3. Druk de uiteinden van de twee flexkabels van de camera op de connectors.

   • Belangrijk: Als de iPhone een mmWave-antenne heeft, druk je het uiteinde van de mmWave-antenneflexkabel op de connector, zoals aangegeven met de stippellijn.

   

4. Steek het JCIS-bitje voor instelbare momentschroevendraaiers in de instelbare momentschroevendraaier (10-34 Ncm). Stel de schroevendraaier in op 13 Ncm. Gebruik de instelbare momentschroevendraaier en het JCIS-bitje om drie nieuwe kruiskopschroeven (923-09822) aan te brengen in de camera.

   

5. Volg de montagestappen 1 tot en met 26 voor de glazen achterkant. Ga dan door naar stap 6.

6. Inspecteer de cameralenzen op verontreiniging zoals stof, krassen of vlekken. Als er sprake is van verontreiniging, verwijder je de glazen achterkant en voltooi je de verwijdering en montage van de camera met een andere vervangende camera.

Plaats het volgende onderdeel terug om de montage te voltooien:

• Glazen achterkant

Voorzichtig

• Nadat je alle verwijderings- en montagestappen hebt voltooid, start je Systeemconfiguratie door het apparaat in de diagnostische modus te zetten. Tik op 'Start sessie' en volg de aanwijzingen op het scherm.

• Je krijgt één poging om Systeemconfiguratie te voltooien. Als je poging wordt onderbroken of geannuleerd of als er een fout optreedt, geeft het apparaat een bericht weer waarin je wordt gevraagd contact op te nemen met de mensen van de Zelfservice-reparatiewinkel voor hulp.