Mac Pro (rack, 2023) - Moederbord met intern chassis

Voordat je begint

Verwijder de volgende onderdelen voordat je begint:

Gereedschap

  • Kruiskopschroevendraaier nr. 1

  • Verstelbare momentschroevendraaier (0,3-1,2 Nm)

  • Verstelbare momentschroevendraaier (10-34 Ncm)

  • Snijvaste handschoenen

  • Ethernetkabel

  • Kapton-tape

  • Torx Plus 5IP 50-mm bitje

  • Torx Plus 8IP 25-mm bitje

  • Torx Plus 8IP 89-mm bitje

 Voorzichtig

  • Voor deze procedure is Systeemconfiguratie vereist. Nadat je alle stappen voor verwijdering en montage hebt voltooid, lees je hoe je het proces voor Systeemconfiguratie kunt starten.

  • Als je het moederbord vervangt, heb je een aparte Mac nodig met de nieuwste versie van macOS of een aparte Mac waarop Apple Configurator is geïnstalleerd om de Mac te herstellen voordat je het proces voor de systeemconfiguratie start.

Verwijderen

  1. Gebruik de verstelbare momentschroevendraaier van 10-34 Ncm met het 5IP-bitje om de twee 5IP-schroeven (923-03412) te verwijderen uit het afdekplaatje van de connector van de voorste I/O-kaart aan de kant van het moederbord. Verwijder het afdekplaatje en bewaar het om het later weer te monteren.

  2. Til de twee uiteinden van de flexkabel van de voorste I/O-kaart uit de connectors op het moederbord.

  3. Gebruik het zwarte staafje om de plakstrip tussen de flexkabel van de voorste I/O-kaart en het moederbord los te maken.

  4. Gebruik Kapton-tape om de flexkabel van de voorste I/O-kaart vast te plakken op de behuizing, zoals weergegeven. Door de flexkabel met tape vast te plakken, voorkom je dat deze beschadigd raakt bij het verwijderen van het moederbord met het interne chassis.

  5. Gebruik de verstelbare momentschroevendraaier van 0,3-1,2 Nm met het 8IP 25-mm bitje om de zestien 8IP-schroeven (923-03430) te verwijderen, acht aan weerszijden van de behuizing.

  6. Doe de snijvaste handschoenen aan. Schuif het moederbord iets naar de voorplaat, net genoeg om het achterpaneel vrij te maken (1). Houd de onderkant van de plaat van het moederbord linksonder en de bovenkant van het frame voor de PCI Express-sleuven (PCIe) rechtsboven vast. Til het moederbord met het interne chassis voorzichtig uit de behuizing (2).

    •  Waarschuwing: draag de snijvaste handschoenen tijdens het verwijderen van het moederbord om te voorkomen dat je vingers bekneld raken.

    •  Voorzichtig: beschadig de flexkabel van de voorste I/O-kaart niet terwijl je het moederbord naar de voorplaat schuift en het uit de behuizing tilt.

    • Belangrijk

      • Als je alleen het moederbord vervangt, verwijder je deApple Thunderbolt I/O-kaart en Apple I/O-kaart, SSD-modules en Luidspreker. Ga vervolgens verder met stap 7.

      • Als je alleen het bovenste interne chassis of het frame voor de PCIe-sleuven vervangt, voltooi je de verwijderstappen 7 tot en met 19. Ga vervolgens verder met montagestap 8.

      • Als je alleen het onderste interne chassis vervangt, voltooi je verwijderstappen 7 tot en met 13. Voltooi montagestap 8. Ga vervolgens verder met montagestap 15.

      • Als je het bestaande moederbord met het interne chassis gaat terugplaatsen, ga je verder met montagestap 23.

  7. Gebruik kruiskopschroevendraaier nr. 1 om de twee kruiskopschroeven nr. 1 op de bovenste klemplaat helemaal los te draaien. Verwijder vervolgens de bovenste klemplaat en bewaar deze om later terug te plaatsen.

    • Opmerking: de twee kruiskopschroeven nr. 1 zijn geborgd en blijven bevestigd aan de bovenste klemplaat.

  8. Verwijder alle resterende afdekkingen voor de PCIe-sleuven.

  9. Zet het chassis van het moederbord rechtop met de ventilator naar je toe gericht. Gebruik vervolgens de verstelbare momentschroevendraaier van 0,3-1,2 Nm met het 8IP 89-mm bitje om de vier 8IP-schroeven (923-03436) van de bovenkant van het moederbord te verwijderen.

    •  Voorzichtig: Gebruik de randen van de handgrepen van het frame voor de PCIe-sleuven niet wanneer je het chassis van het moederbord rechtop zet. Gebruik de verstevigde stukken (langs de randen op de ventilatorzijde van het moederbord) als handgrepen om het chassis van het moederbord rechtop te zetten, neer te leggen of te draaien.

  10. Gebruik vervolgens de verstelbare momentschroevendraaier van 0,3-1,2 Nm met het 8IP 89-mm bitje om de vier 8IP-schroeven (923-03409) te verwijderen uit de linkerkant van het moederbord.

  11. Verwijder de PCIe-inlaat uit het moederbord.

  12. Leg het moederbord op de tafel met het koelelement naar boven gericht.

  13. Gebruik de verstelbare momentschroevendraaier van 0,3-1,2 Nm met het 8IP 89-mm bitje om de vijf 8IP-schroeven (923-03436) uit de onderkant van het moederbord te verwijderen. Verwijder vervolgens het onderste interne chassis van het moederbord.

  14. Gebruik de verstelbare momentschroevendraaier van 0,3-1,2 Nm met het 8IP 89-mm bitje om de twee 8IP-schroeven (923-03410) uit de afdekking van het koelelement te verwijderen.

  15. Verwijder de afdekking van het koelelement.

  16. Gebruik de verstelbare momentschroevendraaier van 0,3-1,2 Nm met het 8IP 89-mm bitje om de twee 8IP-schroeven (923-08637) uit de bovenkant van het koelelement te verwijderen.

  17. Gebruik de verstelbare momentschroevendraaier van 0,3-1,2 Nm met het 8IP 89-mm bitje om de twee 8IP-schroeven (923-08623) uit het bovenste interne chassis te verwijderen.

  18. Verwijder het opvulstukje van het koelelement en bewaar het om het later weer te monteren.

  19. Verwijder het bovenste interne chassis en het frame voor de PCIe-sleuven van het moederbord.

  20. Gebruik de verstelbare momentschroevendraaier van 0,3-1,2 Nm met het 8IP 89-mm bitje om de vier 8IP-schroeven (923-09222) te verwijderen van de plaat van het moederbord. Verwijder de klemplaat en bewaar deze om later weer te monteren.

Montage

Belangrijk

Als je een vervangend moederbord installeert, ga je naar stap 1. Als je het bestaande moederbord gaat terugplaatsen, ga je verder met stap 23.

 Voorzichtig

Als je een vervangend moederbord installeert, gooi je de beugel die aan de bovenkant van het vervangende onderdeel is bevestigd niet weg. De beugel moet je namelijk overbrengen naar het bestaande moederbord voordat je dit terugstuurt naar Apple Service om beschadiging tijdens de verzending te voorkomen.

  1. Gebruik de verstelbare momentschroevendraaier van 0,3-1,2 Nm met het 8IP 89-mm bitje om de twee 8IP-schroeven te verwijderen uit de beugel die aan de bovenkant van het vervangende moederbord is bevestigd. Verwijder de beugel en leg deze ter zijde.

  2. Plaats de beugel op dezelfde locatie op het bestaande moederbord. Gebruik vervolgens de verstelbare momentschroevendraaier van 0,3-1,2 Nm met het 8IP 89-mm bitje om de twee 8IP-schroeven in de beugel te plaatsen.

  3. Leg het bestaande moederbord in de ESD-veilige zak van het nieuwe moederbord.

  4. Leg het verpakte moederbord in de voorgevormde schuimbuffer.

  5. Sluit de doos en verzegel deze. Verstuur de doos naar Apple Service.

  6. Plaats de plaat van het moederbord op het moederbord.

  7. Stel de verstelbare momentschroevendraaier van 0,3-1,2 Nm in op een draaimoment van 0,5 Nm. Gebruik de verstelbare momentschroevendraaier met het 8IP 89-mm bitje om de vier 8IP-schroeven (923-09222) terug te plaatsen in de plaat van het moederbord.

  8. Plaats de PCIe-inlaat in het moederbord.

    • Opmerking: Deze afbeelding toont het geplaatste onderste interne chassis. Maar je plaatst het pas bij stap 15.

  9. Plaats het bovenste interne chassis en het frame voor de PCIe-sleuven op het moederbord.

  10. Plaats het opvulstukje voor het koelelement.

  11. Stel de verstelbare momentschroevendraaier van 0,3-1,2 Nm in op een draaimoment van 1,2 Nm. Gebruik vervolgens de verstelbare momentschroevendraaier met het 8IP 89-mm bitje om de twee 8IP-schroeven (923-08623) terug te plaatsen in het bovenste interne chassis.

  12. Stel de verstelbare momentschroevendraaier van 0,3-1,2 Nm in op een draaimoment van 0,5 Nm. Gebruik vervolgens de verstelbare momentschroevendraaier met het 8IP 89-mm bitje om de twee 8IP-schroeven (923-08637) terug te plaatsen in de bovenkant van het koelelement.

  13. Plaats de afdekking van het koelelement op het koelelement.

  14. Houd het draaimoment van de verstelbare momentschroevendraaier van 0,3-1,2 Nm op 0,5 Nm. Gebruik vervolgens de verstelbare momentschroevendraaier met het 8IP 89-mm bitje om de twee 8IP-schroeven (923-03410) terug te plaatsen in de afdekking van het koelelement.

  15. Lijn de onderkant van het frame voor de PCIe-sleuven uit met de drie rubberen pakkingen op het onderste interne chassis, zoals weergegeven.

  16. Houd het draaimoment van de verstelbare momentschroevendraaier van 0,3-1,2 Nm op 0,5 Nm. Gebruik vervolgens de verstelbare momentschroevendraaier met het 8IP 89-mm bitje om de vijf 8IP-schroeven (923-03436) terug te plaatsen in de onderkant van het moederbord.

  17. Zet het chassis van het moederbord rechtop met de ventilator naar je toe gericht. Sluit vervolgens beide uiteinden van de ethernetkabel aan op de ethernetpoorten om te controleren of de ethernetkaart goed is uitgelijnd met het moederbord.

    •  Voorzichtig: Gebruik de randen van de handgrepen van het frame voor de PCIe-sleuven niet wanneer je het chassis van het moederbord rechtop zet. Gebruik de verstevigde stukken (langs de randen op de ventilatorzijde van het moederbord) als handgrepen om het chassis van het moederbord rechtop te zetten, neer te leggen of te draaien.

  18. Houd het draaimoment van de verstelbare momentschroevendraaier van 0,3-1,2 Nm op 0,5 Nm. Gebruik vervolgens de verstelbare momentschroevendraaier met het 8IP 89-mm bitje om de acht 8IP-schroeven (923-03436) (1) (923-03409) (2) terug te plaatsen in de boven- en linkerkant van het chassis van het moederbord.

    • Belangrijk: houd beide uiteinden van de ethernetkabel aangesloten op de ethernetpoorten terwijl je de schroeven terugplaatst.

  19. Verwijder de ethernetkabel uit de ethernetpoorten.

  20. Plaats de afdekkingen voor de PCIe-sleuven in dezelfde PCIe-sleuven waaruit ze zijn verwijderd.

  21. Plaats de bovenste klemplaat zoals weergegeven. Gebruik vervolgens de kruiskopschroevendraaier nr. 1 om de twee kruiskopschroeven nr. 1 helemaal vast te draaien.

  22. Als je het moederbord hebt vervangen, plaats je de volgende onderdelen terug. Ga vervolgens verder naar stap 23.

  23. Zorg ervoor dat de flexkabel van de voorste I/O-kaart nog steeds is vastgeplakt aan de behuizing om te voorkomen dat de flexkabel beschadigd raakt tijdens het terugplaatsen van het moederbord.

  24. Doe de snijvaste handschoenen aan. Houd de onderkant van de plaat van het moederbord linksonder en de bovenkant van het frame voor de PCIe-sleuven rechtsboven vast. Laat het moederbord voorzichtig in de behuizing zakken (1). Schuif het moederbord vervolgens iets naar het achterpaneel (2).

    •  Waarschuwing: zorg ervoor dat je de snijvaste handschoenen draagt tijdens het plaatsen van het moederbord in de behuizing om te voorkomen dat je vingers bekneld raken.

    •  Voorzichtig: beschadig de flexkabel van de voorste I/O-kaart niet terwijl je het moederbord in de behuizing laat zakken en naar het achterpaneel schuift.

  25. Stel de verstelbare momentschroevendraaier van 0,3-1,2 Nm in op een draaimoment van 0,5 Nm. Gebruik vervolgens de verstelbare momentschroevendraaier met het 8IP 25-mm bitje om de zestien 8IP-schroeven (923-03430) terug te plaatsen, acht aan weerszijden van de behuizing.

  26. Druk de twee uiteinden van de flexkabel van de voorste I/O-kaart op de connectors op het moederbord. Druk vervolgens op de flexkabel om deze vast te maken aan het moederbord, zoals weergegeven.

  27. Plaats het afdekplaatje van de connector van de voorste I/O-kaart over de twee uiteinden van de flexkabel van de voorste I/O-kaart.

    • Belangrijk: zorg ervoor dat de rechterkant van het afdekplaatje is uitgelijnd met de rand van de plaat van het moederbord, zoals weergegeven.

  28. Stel de verstelbare momentschroevendraaier van 10-34 Ncm in op een draaimoment van 16 Ncm. Gebruik vervolgens de verstelbare momentschroevendraaier met het 5IP-bitje om de twee 5IP-schroeven (923-03412) terug te plaatsen in het afdekplaatje van de connector van de voorste I/O-kaart.

 Voorzichtig

  • Nadat je alle stappen voor verwijdering en montage hebt voltooid, lees je hoe je het proces voor Systeemconfiguratie kunt starten.

  • Als je het moederbord hebt vervangen, start de computer niet op en knippert het statusindicatielampje oranje. Volg de instructies om de Mac te herstellen. Start vervolgens het proces voor Systeemconfiguratie.

Plaats de volgende onderdelen terug om de montage te voltooien:

Publicatiedatum: