iMac (24-inch, 2023) - Montage van beeldscherm

Voordat je begint

 Gevaar

Lees Veilig werken met elektriciteit voordat je begint.

 Waarschuwing

Verwijder het volgende onderdeel voordat je begint:

Gereedschap

  • Ondersteuningsstandaard voor beeldscherm (923-0416)

  • Ethanoldoekjes of IPA-doekjes

  • Kapton-tape

  • Zacht reinigingsdoekje

  • Nylon sonde (zwart staafje)

  • Afplaktape (2,5 tot 5 cm breed)

  • Veiligheidsbril met bescherming aan de zijkant

  • Schaar

  • Siliconenroller

  • Blok met kleefvellen

  • Ondersteuningswiggen (076-00507)

Raadpleeg een complete lijst met gereedschappen die nodig zijn voor alle reparaties.

  Voorzichtig

  • Voor deze procedure is Systeemconfiguratie vereist. Nadat je alle demontage- en montagestappen hebt uitgevoerd, lees je hoe je het proces voor Systeemconfiguratie start.

Montage

  1. Gebruik ethanol- of IPA-doekjes om de lijmresten van het beeldscherm en de behuizing te verwijderen.

    • Belangrijk: Raadpleeg Verwijderen van het beeldscherm voor meer informatie over het verwijderen van achtergebleven lijmresten van de beeldschermplakstrips.

  2. Zorg dat de computer schoon is en vrij is van vuil.

  3. Leg de plakstrips voor het beeldscherm op een vlakke ondergrond en controleer ze op beschadiging of kreuken.

    • (946-21745) (1)

    • (946-18677) (2)

    • (946-21744) (3)

    • iMac (24-inch, 2023, twee poorten) (946-19175) (4), iMac (24-inch, 2023, vier poorten) (946-18118) (4)

      •  Voorzichtig: De onderste plakstrip verschilt per model. Controleer of je de juiste plakstrip hebt voor het model dat je repareert.

      •  Voorzichtig: Beschadigde strips kunnen leiden tot kieren en lichtlekkage. Ze kunnen ook een zwakkere hechting tussen het beeldscherm en de behuizing veroorzaken. Als de plakstrips beschadigd of gekreukt zijn, moet je ze vervangen.

    • Opmerking: De plakstrips bestaan uit twee lijmlagen met daartussen een schuimlaag. Aan de onderzijde zit een papieren afdekstrip en aan de bovenzijde een plastic afdekstrip. De kleuren van de afdekstrips kunnen variëren.

  4. Leg de behuizing plat neer zoals aangegeven. Trek een klein stukje van de papieren afdekstrip los van een beeldschermplakstrip.

    • Belangrijk: Verwijder de plastic afdekstrips van de beeldschermplakstrips nog niet.

    • Opmerking: als de computer een VESA-montageadapter heeft, leg je de computer plat op de VESA-ondersteuningswig.

  5. Lijn de beeldschermplakstrip uit met de overeenkomende rand van de behuizing en druk de strip met de vrijgemaakte plaklaag op de behuizing.

  6. Blijf de beeldschermplakstrip goed uitlijnen en trek intussen stukjes van de papieren afdekstrip af en druk de plaklaag op de rand van de behuizing, net zolang tot de hele strip vastzit.

  7. Herhaal stap 2 tot en met 4 om de overige beeldschermplakstrips aan te brengen.

  8. Kijk of de beeldschermplakstrips goed zijn uitgelijnd. Er mogen geen rimpels of luchtbellen in zitten.

  9. Keer de behuizing om zodat de bovenkant naar je toe gericht is. Plaats de ondersteuningswiggen in de behuizing, zoals aangegeven.

  10. Als je tijdens het verwijderen Kapton-tape hebt gebruikt om de flexkabel van de camera en embedded DisplayPort en de flexkabel voor de achtergrondverlichting van het beeldscherm aan de behuizing te bevestigen, verwijder je de Kapton-tape.

  11. Steek de onderste rand van het beeldscherm in de sleuf in de standaardondersteuningswig. Het beeldscherm moet op de driehoekige ondersteuningswiggen rusten.

  12. Schuif het uiteinde van de flexkabel voor de achtergrondverlichting van het beeldscherm in de connector op de achterkant van het beeldscherm (1).

  13. Plak de tape op de connector van de flexkabel voor de achtergrondverlichting van het beeldscherm (2).

    • Belangrijk: Als de tape beschadigd is tijdens het verwijderen, gooi je deze weg en gebruik je de vervangende tape uit de startset voor het beeldscherm of de aanvullingsset voor het beeldscherm.

  14. Schuif beide uiteinden van de flexkabel van de camera en embedded DisplayPort in de connectors (1) aan de achterkant van het beeldscherm. Klap nu de vergrendelingshendels omlaag (2).

  15. Til de bovenrand van het beeldscherm een klein stukje op. Haal de twee driehoekige ondersteuningswiggen uit de behuizing.

  16. Trek het beeldscherm langzaam uit de sleuf van de standaardondersteuningswig (1). Laat nu de bovenkant van het beeldscherm zakken in de richting van de behuizing (2).

    •  Voorzichtig: Er mag geen kracht op de flexkabels komen te staan terwijl je het beeldscherm verplaatst.

  17. Leg het beeldscherm plat op de behuizing. De bovenste rand van het beeldscherm moet net iets uitsteken boven de bovenste rand van de behuizing.

  18. Lijn het beeldscherm uit met de behuizing. Plak vervolgens twee stukken afplaktape op de bovenkant van de computer om het beeldscherm tijdelijk te fixeren ten opzichte van de behuizing.

  19. Houd het beeldscherm vlak tegen de behuizing en zet de computer voorzichtig rechtop. Het beeldscherm verschuift nu iets doordat het in de beeldschermhaken zakt en daardoor wordt uitgelijnd met de randen van de behuizing.

    •  Voorzichtig: Het beeldscherm wordt slechts gedeeltelijk op zijn plaats gehouden door de beeldschermhaken. Houd het beeldscherm vlak tegen de behuizing om te zorgen dat het niet uit de beeldschermhaken schiet.

    • Opmerking: als de computer een VESA-montageadapter heeft, zet je de computer rechtop in de beeldschermondersteuningsstandaard.

  20. Controleer of het beeldscherm en de behuizing aan alle vier zijden goed zijn uitgelijnd. Zet vervolgens de twee stukken afplaktape opnieuw vast zodat ze precies aansluiten bij de bovenkant van de computer.

  21. Haal het beeldscherm net genoeg naar voren om de afdekstrips van de twee beeldschermplakstrips aan de onderkant van de behuizing te kunnen verwijderen.

    • Opmerking: Verwijder de afdekstrips met behulp van de lipjes in het midden van de behuizing, zoals aangegeven.

  22. Haal het beeldscherm net genoeg naar voren om de afdekstrips van de twee beeldschermplakstrips aan de onderhelft van beide zijkanten van de behuizing te kunnen verwijderen.

    • Opmerking: Verwijder de afdekstrips met behulp van de lipjes in het midden van de behuizing, zoals aangegeven.

  23. Verwijder de twee stukken afplaktape van de bovenkant van de computer.

  24. Breng twee stukken afplaktape aan op de onderkant van de computer. Druk de tape tegen het beeldscherm om er zeker van te zijn dat deze goed vastzit.

  25. Haal het beeldscherm net genoeg naar voren om de afdekstrips van de twee beeldschermplakstrips aan de bovenhelft van beide zijkanten van de behuizing te kunnen verwijderen.

    • Opmerking: Verwijder de afdekstrips met behulp van de lipjes in het midden van de behuizing, zoals aangegeven.

  26. Haal het beeldscherm net genoeg naar voren om de afdekstrips van de twee beeldschermplakstrips aan de bovenkant van de behuizing te kunnen verwijderen.

    • Opmerking: Verwijder de afdekstrips met behulp van de lipjes in het midden van de behuizing, zoals aangegeven.

  27. Leg de computer plat met het beeldscherm naar boven gericht. Verwijder vervolgens de afplaktape.

  28. Verwijder de beschermlaag van het blok met kleefvellen. Rol de siliconenroller een aantal keren heen en weer over het blok om de roller te reinigen.

  29. Rol met de siliconenroller heen en weer langs de onderrand en de zijranden van het beeldscherm om de beeldschermplakstrips goed te laten hechten.

    • Opmerking: Als de computer een VESA-montageadapter heeft, leg je de computer op de twee driehoekige ondersteuningswiggen.

  30. Plaats de driehoekige ondersteuningswiggen zoals aangegeven.

  31. Verwijder de wig voor de standaard uit de computer en leg de computer op de driehoekige ondersteuningswiggen met het beeldscherm naar boven gericht.

  32. Rol met de siliconenroller heen en weer langs de bovenrand van het beeldscherm om de beeldschermplakstrips goed te laten hechten.

  33. Maak het beeldscherm schoon met het zachte reinigingsdoekje.

  Voorzichtig

  • Nadat je alle demontage- en montagestappen hebt uitgevoerd, lees je hoe je het proces voor Systeemconfiguratie start.

  • Systeemconfiguratie is verplicht als je een vervangend beeldscherm of moederbord hebt geïnstalleerd.

  • Als je het moederbord hebt vervangen, wordt de computer opgestart in de diagnostische modus totdat Systeemconfiguratie is voltooid.

  • Als je het beeldscherm hebt vervangen, werken de helderheidsaanpassing en True Tone mogelijk niet naar behoren totdat Systeemconfiguratie is voltooid.

Publicatiedatum: