De functietoetsen op de Mac gebruiken

Met de bovenste rij toetsen op je Apple toetsenbord kun je ingebouwde Mac-functies bedienen of je kunt ze als standaardfunctietoetsen gebruiken.

De toetsen gebruiken om functies te bedienen

Standaard worden met de toetsen op de bovenste rij van het Apple toetsenbord uiteenlopende functies van de Mac bediend. Niet alle toetsenborden hebben symbolen voor dezelfde functies, maar dit voorbeeld toont symbolen voor het regelen van de helderheidnull van het scherm, Mission Controlnull, Spotlightnull en de dicteerfunctienull plus verschillende afspeel- en volumeregelaars.

geïllustreerd diagram van de functietoetsen van de MacBook Air

Als je Mac een Touch Bar heeft, lees je hier meer over het gebruik van functietoetsen op een MacBook Pro met Touch Bar.

De toetsen gebruiken als standaardfunctietoetsen

Houd de Functie- (Fn)/Wereldbol-toetsGeen alternatieve tekst geleverd voor afbeelding ingedrukt terwijl je op een functietoets drukt. Door bijvoorbeeld Fn en F3 tegelijk in te drukken wordt de actie uitgevoerd die aan de F3-toets is toegewezen (voor zover aanwezig) in plaats van dat Mission Controlnull wordt geopend. Als je toetsenbord geen Fn-toets heeft, kun je proberen de Control-toets ingedrukt te houden wanneer je op een functietoets drukt.

Standaardfunctietoetsen werken anders afhankelijk van de app en de toetscombinaties die je hebt ingesteld. Sommige apps hebben hun eigen instellingen voor toetscombinaties die je kunt aanpassen.

Het standaardgedrag van de toetsen wijzigen

Als je de bovenste rij toetsen wilt gebruiken als standaardfunctietoetsen zonder dat je ook de Fn-toets ingedrukt hoeft te houden, volg je deze stappen, afhankelijk van de versie van macOS die je gebruikt:

macOS Ventura of nieuwer

  1. Kies het Apple-menu  > 'Systeeminstellingen'.

  2. Klik op 'Toetsenbord' in de navigatiekolom.

  3. Klik op de knop 'Toetscombinaties' aan de rechterkant.

  4. Klik op 'Functietoetsen' in de navigatiekolom.

  5. Schakel 'Gebruik de toetsen 'F1', 'F2', enzovoort, als standaardfunctietoetsen' in.

Eerdere macOS-versies

  1. Kies het Apple-menu  > 'Systeemvoorkeuren'.

  2. Klik op 'Toetsenbord'.

  3. Selecteer 'Gebruik de toetsen 'F1', 'F2', enzovoort, als standaardfunctietoetsen'.

Als je de instelling 'Gebruik de toetsen 'F1', 'F2', enzovoort, als standaardfunctietoetsen' niet ziet, gebruik je mogelijk een toetsenbord dat niet door Apple is gemaakt en heb je mogelijk een toetsenbordhulpprogramma van derden nodig om de toetsenbordfuncties te wijzigen. Vraag de fabrikant van het toetsenbord om informatie.

Publicatiedatum: