macOS installeren binnen je organisatie
Als je de systeembeheerder bent voor je organisatie, kun je kiezen uit verschillende installatiemethoden voor macOS.
Zorg ervoor, voordat je met de installatie begint, dat je Mac is verbonden met een netwerk met toegang tot de benodigde Apple hosts voor software-updates en -installatie.
Een voorziening voor apparaatbeheer gebruiken
Als je Mac-computers zijn ingeschreven bij een voorziening voor apparaatbeheer via apparaatinschrijving of automatische apparaatinschrijving, kun je macOS-updates installeren met declaratief apparaatbeheer.
De methode 'startosinstall' gebruiken
Als je installeert vanaf en naar de opstartschijf van je computer, kun je het commando startosinstall gebruiken. Dit commando bevindt zich in de map 'Contents/Resources' van het volledige macOS-installatieprogramma.
Om meer pakketten op te geven om te installeren na macOS, voeg je de vlag
--installpackagetoe. Gebruik het commandoproductbuild(1)om deze pakketten samen te stellen.Als je eerst je huidige opstartschijf wilt wissen, kun je gebruikmaken van de vlag
--eraseinstall. Dit proces wist alle volumes in de APFS-container, tenzij je ook de vlag--preservecontainertoevoegt.Voeg voor meer informatie over
startosinstallde vlag--usagetoe aan het commando.
Een andere installatiemethode gebruiken
Je kunt de volgende installatiemethoden gebruiken, ongeacht of macOS wel of niet op het doelvolume is geïnstalleerd:
Meer informatie
Lees hier hoe je macOS downloadt en installeert.
Als je een Mac met Apple silicon of de Apple T2 Security-chip voorbereidt voor een andere gebruiker in je organisatie, kun je in Systeeminstellingen of met een voorziening voor apparaatbeheer alle inhoud en instellingen wissen zonder macOS opnieuw te installeren.
Apple raadt af schijfkopieën van een volledig systeem als installatiemethode te gebruiken en biedt hiervoor geen support. Een dergelijke schijfkopie bevat mogelijk geen modelspecifieke informatie, zoals firmware-updates.