Toegang tot 802.1X-netwerken in OS X Lion en Mountain Lion
Lees hier meer over de toegang tot 802.1X-netwerken in OS X Lion en Mountain Lion.
In OS X Lion en Mountain Lion heeft de huidig ingelogde gebruiker toegang tot het netwerk via 802.1X-identiteitscontrole. De 802.1X-identiteitscontrole wordt uitgevoerd namens de gebruiker en communiceert interactief met de gebruiker om ontbrekende informatie te vragen, zoals een certificaatvertrouwen en een naam en wachtwoord.
Bij een Wi-Fi-netwerk dat 802.1X vereist, gebruikt u het menu Wi-Fi (of het onderdeel Wi-Fi in de voorkeuren voor Netwerk in Instellingen) om een netwerk met een zichtbare SSID te selecteren. Of gebruik Verbind met ander netwerk om verbinding te maken met een netwerk met een verborgen SSID of een SSID die niet zichtbaar is in de huidige lijst.
Wanneer u een zichtbaar netwerk selecteert, moeten de gepaste instellingen automatisch worden gekozen en wordt u gevraagd uw gegevens voor de identiteitscontrole in te voeren. Wanneer u verbinding probeert te maken met een netwerk met een verborgen SSID, moet u de exacte SSID en de juiste beveiligingsoptie kennen.
Bij een Ethernet-netwerk dat 802.1X vereist, wordt de identiteitscontrole onmiddellijk na het aansluiten van de Ethernet-kabel op het netwerk gestart. U wordt gevraagd uw gegevens voor de identiteitscontrole in te voeren. Als u deze functie wilt uitschakelen, gebruikt u het tabblad 802.1X in de voorkeuren voor Netwerk van het Ethernet-interface en schakelt u ‘Schakel automatisch verbinden in’ uit.
U kunt deze procedure volgen om verbinding te maken met netwerken met de volgende typen EAPOL-identiteitscontroles:
PEAP
TTLS (zie opmerking 1)
LEAP
EAP-FAST (zie opmerking 2)
TLS
Opmerkingen
TTLS gebruikt MSCHAPv2 als methode voor interne identiteitscontrole.
EAP-FAST werkt alleen als de server een certificaat heeft en ofwel toegang zonder een PAC toelaat of aan gecontroleerde PAC-toewijzing doet.
Meer informatie
Als u toegang tot netwerken wilt waarmee u geen verbinding kunt maken via de bovenstaande methode of als u een inlogvenstermodusprofiel of systeemmodusprofiel wilt gebruiken, moet u contact opnemen met uw netwerkbeheerder voor een MOBILECONFIG-bestand met de juiste informatie voor de configuratie van het netwerk. Een .mobileconfig kan worden aangemaakt met de voorziening Profielbeheer in OS X Server.