iPhone 12 Pro - TrueDepth-camera
Voordat je begint
Waarschuwing
Lees Batterijveiligheid en volg de richtlijnen voor werkplekken en de omgang met batterijen voordat je begint.
De TrueDepth-camera bevat een of meerdere lasers. Als je de TrueDepth-camera uit elkaar haalt, beschadigt of als je geen originele Apple onderdelen gebruikt, kun je blootgesteld worden aan schadelijke infrarode laserstralen die letsel aan de ogen of de huid kunnen veroorzaken.
Verwijder het volgende onderdeel voordat je begint:
Gereedschap
6,1-inch reparatiehouder
ESD-veilig pincet
Pluisvrije of nitrilhandschoenen
Nylon sonde (zwart staafje)

Belangrijk
Als je dit onderdeel vervangt, moet je de Reparatie-assistent uitvoeren om beveiligingsfuncties in te schakelen. De Reparatie-assistent is beschikbaar op het apparaat nadat je alle montagestappen hebt voltooid.
Demontage
Plaats de behuizing in de reparatiehouder met de Lightning-connector naar de uitsparing gericht.
Doe de handschoenen aan om vervuiling van de cameralenzen te voorkomen.
Gebruik een ESD-veilig pincet om de uiteinden van de drie flexkabels van de TrueDepth-camera uit de connectors te tillen.
Opmerking: één TrueDepth-cameraflexkabel ligt over de derde flexkabel.
Gebruik het platte uiteinde van het zwarte staafje om de plakstrip tussen de flexkabels van de TrueDepth-camera en de behuizing los te maken, zoals aangegeven.
Houd de flexkabels van de TrueDepth-camera voorzichtig bij elkaar. Til de TrueDepth-cameramodule vervolgens onder een hoek van 45 graden op om de aardingspen aan de linkerkant los te maken.
Schuif de TrueDepth-cameramodule uit de behuizing.
Montage
Doe de handschoenen aan om vervuiling van de cameralenzen te voorkomen.
Verwijder de drie afdekstrips aan de achterkant van de vervangende TrueDepth-cameramodule.
Kijk aan de achterkant van de TrueDepth-cameramodule of het aardingsschuim en de aardingsveren nog intact zijn. Als het schuim of een van de veren ontbreken of beschadigd zijn, vervang je de TrueDepth-cameramodule.
Houd de flexkabels van de TrueDepth-camera bij elkaar en draai de TrueDepth-cameramodule om.
Kantel de bovenrand van de TrueDepth-cameramodule onder het lipje van de behuizing en naar rechts.
Schuif de linkerkant van de TrueDepth-cameramodule voorzichtig onder het lipje van de behuizing om de aardingspen vast te zetten.
Controleer of de bovenrand van de TrueDepth-cameramodule onder de rand van de behuizing zit en of de aardingspen gelijk ligt met de behuizing.
Druk de uiteinden van de drie flexkabels van de camera in de connectors.
Druk op de aangegeven gebieden lichtjes op de flexkabels van de TrueDepth-camera om ze goed te laten hechten.
Gebruik een ESD-veilig pincet om de beschermende afdekkingen van de TrueDepth-camera te verwijderen.
Inspecteer de TrueDepth-camera. Controleer of de bovenrand van de TrueDepth-camera onder de rand van de behuizing is geplaatst.
Voorzichtig
Als de TrueDepth-camera niet correct is gepositioneerd, gebruik je het zwarte staafje om deze naar de juiste positie te verplaatsen.
Raak de voorkant van de TrueDepth-cameramodule niet aan nadat de beschermende afdekkingen zijn verwijderd.
Plaats het volgende onderdeel terug om de montage te voltooien:
Belangrijk
Nadat je alle montagestappen hebt voltooid, is de Reparatie-assistent beschikbaar op het apparaat en is deze vereist om beveiligingsfuncties in te schakelen. Lees hoe je de Reparatie-assistent start.