Proxy-instellingen wijzigen in het paneel 'Netwerk' in Systeemvoorkeuren op de Mac
In het paneel 'Proxy's' van het paneel 'Netwerk' in Systeemvoorkeuren op de Mac kun je voorzieningen voor internetproxy's beheren.
Om deze voorkeuren te wijzigen op je Mac, kies je Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren', klik je op 'Netwerk' en selecteer je een netwerkvoorziening in de lijst aan de linkerkant. Klik vervolgens op 'Geavanceerd' en klik op 'Proxy's'.
Als je linksonder in het paneel een hangslot () ziet, klik je erop om het voorkeurenpaneel te ontgrendelen.
Open het paneel 'Netwerk' in Systeemvoorkeuren
Optie | Beschrijving | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Kies een te configureren protocol | Hier selecteer je de proxy die je wilt configureren. Vervolgens voer je aan de rechterkant de instellingen in. Instellingen voor de proxyserver automatisch configureren: Selecteer 'Automatische proxydetectie'. Een bestand voor automatische proxyconfiguratie (PAC) gebruiken: Schakel het aankruisvak 'Automatische proxyconfiguratie' in en geef vervolgens het adres van het .pac-bestand in het veld 'URL' op. Instellingen voor de proxyserver handmatig configureren: Selecteer een proxy in de lijst ('Webproxy (HTTP)', 'Beveiligde webproxy (HTTPS)', 'FTP-proxy', 'SOCKS-proxy', 'Streamingproxy (RTSP)' of 'Gopher-proxy') en voer vervolgens in de velden aan de rechterkant het bijbehorende adres en poortnummer in. Schakel indien nodig het aankruisvak 'Proxyserver vereist wachtwoord' in en voer je gebruikersnaam en wachtwoord in. | ||||||||||
Geen eenvoudige hostnamen | Hiermee negeer je proxy's voor netwerkbestemmingen met eenvoudige hostnamen (zoals 'https://server'). | ||||||||||
Negeer proxy-instellingen voor deze hosts en domeinen | Hier voer je de hosts en domeinen in die je wilt negeren. Onderdelen moeten door komma's van elkaar worden gescheiden. | ||||||||||
Gebruik passieve FTP-modus (PASV) | Hier geef je aan dat je de passieve FTP-modus wilt gebruiken om bestanden over te zetten. |