FaceTime-gesprekken voeren op de Mac
Met de app FaceTime kun je één of meer personen (maximaal 32 andere personen) bellen die een Mac, een iOS-apparaat of een iPadOS-apparaat met de FaceTime-app en een internetverbinding hebben. Voor FaceTime-gesprekken wordt wifi of mobiele data gebruikt.
Zie Vereisten voor FaceTime voor de systeemvereisten voor het gebruik van FaceTime.
Vraag het aan Siri. Zeg bijvoorbeeld:
"FaceTime mama."
"Bel [telefoonnummer] via FaceTime-audio."
Je kunt ook vanaf je Mac telefoongesprekken voeren via de mobiele aansluiting van je iPhone wanneer deze in de buurt is. Zie Telefoneren via FaceTime.
Zorg dat je in de app FaceTime op de Mac bent ingelogd bij FaceTime en dat deze is ingeschakeld.
Voer in het veld boven in het FaceTime-venster het e-mailadres of telefoonnummer in van de persoon die je wilt bellen. Mogelijk moet je op de Return-toets drukken.
Als deze persoon een kaart heeft in de app Contacten, kun je gewoon de naam van de persoon invoeren. Zie Contactpersonen toevoegen wanneer je FaceTime gebruikt voor informatie over het toevoegen van contactpersonen.
Als je alleen met bepaalde personen kunt bellen, wordt er een zandlopersymbool weergegeven naast de personen die je niet kunt bellen.
Als je met meerdere personen wilt bellen (FaceTime-groepsgesprek), herhaal je stap 2 totdat alle deelnemers worden weergegeven.
Om een FaceTime-gesprek te starten, klik je op de videoknop of op de audioknop (of gebruik je de Touch Bar).
Als je op de audioknop klikt en je telefoneren via je Mac hebt geconfigureerd, kun je kiezen tussen een FaceTime-audiogesprek en een telefoongesprek. Tijdens een audiogesprek of telefoongesprek wordt de camera automatisch uitgeschakeld.
Als een videogesprek wordt geweigerd of niet wordt beantwoord, kun je op 'Bericht' klikken om de persoon een iMessage-bericht te sturen (je moet allebei zijn ingelogd bij iMessage).
Wanneer je een gesprek voert met anderen, kun je een of meer van de volgende stappen uitvoeren: