Dit artikel is gearchiveerd en wordt niet meer bijgewerkt door Apple.

OS X Server: een externe server configureren

U kunt een nieuwe Mac mini Server of Mac Pro met OS X Server configureren door ermee verbinding te maken via Schermdeling of Apple Remote Desktop.

Voordat u begint

Op de externe server moeten geen beeldscherm, toetsenbord, muis of trackpad zijn aangesloten.

  1. Bereid de DHCP-server voor op de nieuwe server. Als u een DNS-server hebt, bereidt u deze ook voor.

  2. Zorg ervoor dat de nieuwe server een actieve verbinding heeft met hetzelfde netwerk als de computer met beheerdersbevoegdheden die u gebruikt.

  3. Schakel de server in als deze is uitgeschakeld.

Wanneer de server wordt opgestart, wordt de configuratieassistent geopend en wacht deze totdat de configuratie begint. Op dit ogenblik kunt u verbinding maken met de server via Schermdeling of Apple Remote Desktop.

De externe server configureren

  1. Zoek op de computer met beheerdersbevoegdheden de externe server in de lijst Gedeeld in de navigatiekolom van de Finder of in de lijst Scanner in Remote Desktop. De nieuwe server kan verschijnen onder de naam die wordt gemaakt op basis van het computermodel en het Ethernet-hardwareadres (het MAC-adres) of onder de naam van de DNS-server.

  2. Als de server die u wilt configureren voorkomt in de navigatiekolom van de Finder, dubbelklikt u erop en klikt u vervolgens op ‘Deel scherm…’ rechts boven in het Finder-venster.

  3. Als de server die u wilt configureren voorkomt in de lijst Scanner in Remote Desktop, selecteert u deze en klikt u vervolgens op het symbool Control in de knoppenbalk van Remote Desktop.

  4. Wanneer u wordt gevraagd een identiteitscontrole uit te voeren, vult u de gebruikersnaam niet in en voert u het volledige serienummer van de externe server in als wachtwoord. U vindt het serienummer op de behuizing, op de originele verpakking en op het originele ontvangstbewijs of de originele factuur van het product. Voor meer informatie over hoe u het serienummer vindt, raadpleegt u Het serienummer van een Apple-hardwareproduct vinden. Voer het serienummer met dezelfde hoofdletters in.

  5. Wanneer u het beheer over het scherm van de externe server hebt, zet u de Configuratie-assistent verder.

  6. Open na het voltooien van de Configuratie-assistent het programma Server en volg de instructies op het scherm om de serverconfiguratie te voltooien.

  7. Belangrijk: voer de stappen in de volgende onderdelen volledig uit om te verzekeren dat u de server verder op afstand kunt blijven beheren.

  8. Zorg ervoor dat het aankruisvak van de instelling 'Sta beheer op afstand toe met Server' in het programma Server is ingeschakeld. Hierdoor wordt het beheer op afstand van de server via het programma Server toegestaan.

Start de server pas op wanneer u de volgende stappen hebt uitgevoerd.

Het programma Server toepassen

  1. Open de Mac App Store op de server.

  2. Log in met uw Apple ID. OS X Server verschijnt in uw aankoopgeschiedenis. Dit is alleen ter verificatie.

  3. Open de Mac App Store op de computer met beheerdersbevoegdheden.

  4. Log in met dezelfde Apple ID als in stap 2.

  5. Ga naar het tabblad ‘Aankopen’ en installeer OS X Server.

De externe server verbinden met behulp van het programma Server

  1. Open het programma Server maar klik niet op de knop ‘Ga verder’ in het venster ‘Welkom bij Server’. Kies in plaats daarvan Verbind met server in het menu Beheer.

  2. Kies de server in de lijst die verschijnt of klik achtereenvolgens op ‘Andere Mac’ en op ‘Ga door’.

  3. Voer de naam en het wachtwoord van de beheerder voor de door u geselecteerde server in. Voer ook de hostnaam of het IP-adres van de server in als u in stap 2 ‘Andere Mac’ hebt geselecteerd.

  4. Selecteer de naam van de server in de lijst Hardware. Klik op het tabblad ‘Instellingen’.

  5. Belangrijk: zowel ‘Sta extern inloggen toe’ als ‘Schakel schermdeling in’ blijken ingeschakeld te zijn maar beide opties worden uitgeschakeld wanneer u de server voor het eerst opnieuw opstart. Als u een van deze instellingen definitief wilt inschakelen, schakelt u eerst het bijbehorende vakje uit en schakelt u het vervolgens opnieuw in.

U kunt OS X Server (Mavericks) beheren vanaf een systeem met OS X Server (Mavericks). U kunt OS X Server (Mountain Lion) beheren vanaf een systeem met OS X Server (Mountain Lion) of OS X Server (Mavericks).

Publicatiedatum: